Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdUittreksel uit het Jaarverslag 1910.Voordrachten.Hoe zeer de beteekenis van onzen arbeid meeren meer begrepen wordt, ondervond de 1e secretaris ter gelegenheid van de voordrachten, die hij in verschillende plaatsen des lands houden mocht: Eindhoven, Maastricht, Breda, Rotterdam, Enschedé, Zaandam, Den Bosch en Den Haag. In het nieuwe jaar zijn daarop gevolgd Groningen, Amsterdam, Alkmaar, Amsterdam (Stud.-Afd.) en Hoorn. Ook daardoor steeg het getal begunstigers en bijdragers voortdurend. Het is een verblijdend teeken voor den spreker geweest in alle deelen des lands zulke geestdriftige strijders voor de Boeken-Commissie aan te treffen. Intusschen houdt de 1e secretaris zich dringend aan bevolen om te komen spreken: slechts reis- en verblijfkosten worden hem vergoed. Reeds nam hij voor den aanstaanden winter een uitnoodiging om te Brussel te komen spreken aan. Ook voor andere vereenigingen, afdeelingen der N.Z.A.V. en van het Nut, van onderwijzers enz., treedt hij gaarne met dit onderwerp op. | |
Wereldtentoonstelling te Brussel.Na al wat Neerlandia den leden in woord en beeld over het welslagen van ons Verbond op de Tentoonstelling geboden heeft, behoeven wij daarvan op deze plaats niet veel te zeggen. Wij zijn zeer dankbaar voor de gelegenheid, die ook ons gegeven werd om doel en werkkring van het A.N.V. te helpen bekend maken door de uitstalling van onze kaarten, platen en tabellen. | |
Sub-Commissies.Het waren vooral de sub commissies te Amsterdam (Stud.-Afd.), Haarlem en Zaandam, waarbij in den laatsten tijd die van de Jongel.-Afd. te Den Bosch gekomen is, om van Den Haag, Maastricht, Leiden (Stud.-Afd.) en andere niet te spreken, die ons groote hoeveelheden meest degelijke boeken toezonden. Wij zijn die allen daarvoor zeer erkentelijk. | |
Begunstigers en bijdragers.Het getal onzer begunstigers is geklommen tot niet minder dan 112, een vermeerdering aangevend sedert het vorig verslag van meer dan 40 leden. Ook om 't feit, dat zoo goed als nimmer een onzer leden bedankt, durven wij te verklaren, dat onze begunstigers een Keurvendel in het A.N.V. vormen... Moge dat nog lang zoo blijven en het vendel àl meer strijders opnemen. Ditzelfde geldt ook van onze bijdragers, waartoe wij meer en meer vereenigingen en andere belangstellenden - niet-leden van 't Verbond - mogen rekenen, die ons haar geldelijken steun, dikwijls ook haar deskundige voorlichting, bieden. Dit getal klom tot 25. | |
Samenwerking met andere Vereenigingen.Konden wij vroeger alleen wijzen op die vereenigingen, die voor Z.-Afrika werkzaam waren, zooals de N.Z.A.V., het C.N.B.C, de Z.-A. Voorschotkas, 't Herman Coster-Fonds en dergelijke, sedert is dat getal uitgebreid met de Vereeniging voor Evangelisatie onder de militairen in Ned.-Indië en het Bataksch Instituut te Leiden. Voor inlandsche scholen, ambtenaars-vereenigingen enz. in Ned.-Indië is de vrucht van 't gemeenschappelijk overleg met bovengenoemde lichamen niet uitgebleven: nog nimmer konden wij zooveel degelijke boeken in tal van kisten naar Insulinde zenden. Ook 't Groepsbestuur van Ned.-Indië ontwikkelt trouwens in dezen een niet genoeg te roemen voortvarendheid, waarbij de naam van den afgetreden Groepssecretaris, den heer J.W. Roessingh van Iterson J.Azn., door ons niet onvermeld mag gelaten worden. Dank zij den geldelijken steun, ons door Evangelisatie en Bataksch Instituut gegeven - terwijl de eerste Vereeniging ons bovendien haar jaarlijksche bezending scheurkalenders, boekjes enz. ten behoeve van Militaire Tehuizen toezond - konden wij weder een groot aantal zeer geschikte Boekerijen in Ned.-Indië (ook een in West-Indië) stichten of uitbreiden. In de Batak-landen konden wij aldus (naast verscheidene andere, door ons gevestigde bibliotheken) een paar model-boekerijen stichten. (Te Si Pirok en te Taroetoeng). | |
Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies.Drie nieuwe Zeemanshuizen werden gesteund met Hollandsche boekerijen, tijdschriften en dagbladen, n.l. St. John, N.B., Bilbao en Charlestown, Mass. Nederlandsche kolonies of vereenigingen werden voorzien te: Ontario, Somerset Oost (Kaap), Joâo Pinheiro (Braz.), Frensdorf en Nordhorn, in Hannover, Kleef, Holland (Mich.), Vancouver, Duisburg, Frankfort, Parijs, Chicago, Gorbea (Chili), Recklinghausen, Gladbeck en Bottrop, alle in Westfalen, Dusseldorp, Schoeninghsdorf (Oost-Friesland). Nog nimmer, zoolang onze Commissie bestaat, werden zooveel kolonies geholpen. In 1911 volgden reeds Holland (Prof. Raap, Hope College), Monarch (Can.), Berlijn, Antwerpen (de 1e Nederlandsche school in 't buitenland), Bremen, een Zeemanshuis te Genua (het tweede aldaar, dat wij steunen), en Leopoldstad in Belgisch Congo, voor welke kolonie nog meer aanvragen inkwamen. In deze opgaaf zijn de Groepen België, Ned. Oost- en West-Indië en Antillen niet begrepen. Het getal onzer betrekkingen met dergelijke kolonies, vereenigingen en Zeemanshuizen is van 116 in Maart 1910 gestegen tot 178 op dit oogenblik. De aanzienlijke uitbreiding maakte 't noodig onze administratie belangrijk te vergrooten. De verzending van tijdschriften en bladen nam belangrijk toe: wekelijks worden 40 pakken couranten verzonden met 50 exempl. van het Geïl. Volksblad voor Nederland en enkele andere tijdschriftjes; maandelijks bedraagt 't getal verzonden exempl. van Morks' Magazijn eveneens 40 en dat van Holland Express 20, welke getallen beide op 't punt staan wederom elk met 5 te worden verhoogd. Met 't oog op Juliana-dag 1911 werd dezer dagen een getal van 80 adressen voorzien van toepasselijke platen, liederen en boekjes, die ongetwijfeld zeer in den smaak van onze ver verwijderde landgenooten zullen vallen. Ook werd weer een aantal geïllustreerde scheurkalenders verzonden. Zoo zijn dan de Nederlandsche vereenigingen en kolonies in den vreemde het leeuwendeel in onze bemoeiingen gaan opeischen - zooals ook met recht | |
[pagina 124]
| |
verwacht mocht worden. Van de 97 verzonden kisten in 1910 gingen er dan ook 53 naar deze en andere adressen in Oost en West. Gaarne betuigen wij hier opnieuw onzen dank aan Z.Exc. den Minister van Buitenlandsche Zaken en de Consulaire Ambtenaren voor den steun, dien wij voortdurend desgevraagd mochten ontvangen. Ditmaal meenen wij goed te doen met een enkele opmerking te plaatsen over Noord-Amerika, waapmede wij blijkbaar meer moeite hebben dan eenig ander ter were'd om degelijke en duurzame betrekkingen aan te knoopenGa naar voetnoot1). Wij willen gaarne misverstand onderstellen en de bekendmaking heeft dar ook geen ander doel dan de medewerking in te roepen van allen, die meenen ons hierin te kunnen helpen. In Amerika is toch zooveel liefde en genegenheid voor Holland blijven leven. Hartelijk dank worde hier gebracht aan onze troume medewerkers, de couranten zenders, die wekelijks voor den zoo noodigen voorraad dagbladen en tijdschriftjes zorgen. Zij ook behooren tot ons Keurvendel gerekend te worden. Het ‘reizend Museum’ - zooals onze verzameling kaarten, diagrammen, tabellen enz. zoo juist genoemd is - heeft ons als a'toos groote diensten bewezen. Wat de heer Joh, Kesler te Brussel, van onze inzending op de Tentoonstelling schreef: ‘De kennismaking met deze kaarten en tabellen zal voor menigen twijfelaar of twijfelmoedige een openbaring wezen’ - is tot nu toe bij alle voordrachten over ons werk bewaarheid. | |
Zuid-Afrika.Bijna veertig kisten gingen in 't afgeloopen jaar naar Zuid-Afrika. Wel is dit getal, bij vroeger vergeleken, kleiner geworden, doch nog altoos wordt onze hulp hier ingeroepen. Zoo kwamen weer meer aanvragen voor Natal in en daaronder begroetten wij met voldoening een aanvraag voor Durban, waar een Holl.-Chr. vereeniging gesticht werd, die onze hulp gaarne aanvaardde. Te Oost-Londen kregen wij vasten voet in een College en in de Deutsche Schule waardoor wij honderden jongelui aan ons verplicht ten, zooals men ons vandaar schreef. Voorts gaven een aantal uitgevers gehoor aan een nieuwen oproep om aanvulling te zenden voor de ‘Dr. Van Everdingen-A.N.V.-Boekerij’ te Bloemfontein. Twee honderd boekdeelen werden aldus ontvangen, zoodat - met de hoeveelheid, die wij zelven schonken - een getal van meer dan 1600 werken bijeengebracht is. De verzameling heeft reeds dienst gedaan als wegwijzer bij bestellingen voor inrichtingen van onderwijs. Wij zonden ook opnieuw een kist boeken naar een Holl. onderwijzer in Port. W.-Afrika. Dan werden bekende onderwijskrachten, als mej. Adriani te Potchefstroom en de heer Hoekstra te Ventersdorp, beiden in Transvaal, opnieuw geholpen, terwijl wij voor 't eerst een mooie Boekerij schonken aan de Normaalschool te Bloemfontein die reeds terstond uitstekende diensten bewees. Ook in Kaapland kregen wij nieuwe belangrijke adressen. Zoo bleven de aanvragen toevloeien, o.a. uit 't district Carolina in Transvaal, waar de behoefte aan goede Holl. lectuur nog bijzonder groot is, uit Waterberg, eveneens in Transvaal, voorts uit Natal en den Vrijstaat. Veel genoegen beleefden wij van de toezending - nadat ons verzocht was eenige prentbriefkaarten te willen zenden, die een beeld gaven van Hollandsche steden, gewoonten, bedrijven enz. - van twee stellen zulke kaarten. Ook naar andere landen zonden wij die kaarten met evenveel voldoening. De heer W. Hovy, thans te Carolina in Transvaal, bood al spoedig opnieuw zijn bemiddeling aan ter verkrijging van boeken voor die streek. De heer en mevrouw Van Gent te Bethlehem, O.V.S., bleven met de grootste opgewektheid onze belangen in den Vrijstaat behartigen. Prof. Dr. E.C. Godée Molsbergen te Stellenbosch kwam in 't verslagjaar naar Nederland en schonk ons daardoor de gelegenheid over onze zaken met hem te kunnen beraadslagen. Juist bij 't afdrukken van dit verslag ontvingen we 't aangename bericht, dat mej. Annie de Klerk, een Afrikaansche jonge dame, te Driefontein, Nondweni, Natal, zich op ons verzoek bereid verklaarde als onze correspondente voor Natal op te treden. Zooals men weet, is ook de heer Jan F.E. Celliers te Pretoria correspondent van onze Commissie. Dezer dagen ontving de afdeeling Den Haag der N.Z.A.V. een schrijven uit Z.-Afrika, waarin o.a. te lezen stond: ‘Onze taal zal hier niet, nooit uitgeroeid worden. Zij heeft alleen versterking noodig, zij moet hier meer gehoord worden en... gelezen. Daarom is 't werk van de Boeken-Commissie van zoo groot nut.’ | |
Oost- en West-Indië.Werden in 1909 geen kisten naar onze overzeesche gewesten verzonden, dit jaar beliep 't aantal 34. Dertien Militaire Tehuizen ontvingen ditmaal boeken en tijdschriften van ons, scholen werden gesteund, Inlandsche Ambtenaarsvereenigingen geholpen, evenzoo leesgezelschappen voor Inlanders. Kweekscholen voor Inl. Ambtenaren en Onderwijzers zijn nu aan de beurt, met Volksleesgezelschappen en Nederl. Boekerijen, door afdeelingen van 't Verbond in Ned.-Indië opgericht. Van Siboga tot Saparoea strekt zich in Insulinde ons arbeidsveld uit! Hoeveel voldoening onze boeken ook hier schonken, deelden wij o.a. in Neerlandia van Oct. 1910, blz. 212 reeds mede. Ook onze maandschriften, Morks' Magazijn en Holland Express, worden er gretig gevraagd. In West-Indië steunden wij Groot Chatillon in Suriname, de Boekerij van 't Verbond te Paramaribo (vooral met kinderboeken) en bestaande boekerijen in de Antillen. | |
België.Wij zonden een kist naar Gent voor de ‘Hélène-Swarth-kring’, afdeeling van Jong Vlaanderen aldaar, en voorts kwamen aanvragen in voor een viertal plaatsen in Congo. Ook voor Belgische adressen zijn wij nog bezig. In dit verband kunnen we ook wijzen op onzen arbeid voor Fransch-Vlaanderen. De groote moeilijkheid, die zich voordeed bij de overweging van de vraag, hoe wij 't best Pastoor Emile Descamps te Zerkel (Sercus) bij Hazebroek zouden kunnen helpen, was 't gebrek aan goede en geschikte lectuur, daar wij hiervoor moesten kunnen beschikken over Roomsche werken van allerlei aard, die wij nimmer of hoogst zelden ontvangen. Dank zij de medewerking van de Afdeelingen Eindhoven, Maastricht en Den Bosch (de laatste twee: Jongel.-Afd.) en verschillende particulieren, slaagden wij er in het voorjaar van 1911 in de eerste kisten af te zenden. | |
Aantal verzonden kisten.Dit getal was 97. Voegt men hierbij de 44 reeds in 1911 verzonden, dan komt men tot 't getal van 867 sedert April 1903, waarvan naar Z.-Afrika 661. In 't Boekenhuis werd vrijwel onafgebroken - onder leiding van den 1sten en den 2en secretaris - gewerkt. 't Spreekt wel van zelf, dat onze medewerkers in het Boekenhuis in den algemeenen dank deelen, dien wij onze vrienden van heinde en verre toebrengen! Een der dames, die ons jaren lang bijstond, trad in 't huwelijk: mej. C.F.M. Dane verliet ons. Haar in 't bijzonder geldt onze warme dank. De heer A. Eyl, een onzer begunstigers, was zoo vriendelijk ons zijn hulp op 't kantoor aan te bieden, wat wij dankbaar hebben aanvaard. | |
Geldmiddelen.Onze inkomsten - het worde dankbaar erkend! - stegen met bijna f 300. -, daarvoor konden wij zooveel | |
[pagina 125]
| |
Zetel der Boeken-Commissie van het A.N.V.
Kantoor van den 1sten Secretaris-Penningmeester, Dr. W. van Everdingen. Staf in het Boekenhuis.Ga naar voetnoot1)
Van links naar rechts, zittend: Mej. W. Maas, J.J. Griss, 2e Secretaris, Dr. W. van Everdingen, 1e Secr-Penningm., Mej. A. v. Rijn, J.H.J. Vink. Staande: Mej. Lize Erdtsieck, W.J.L. Poelmans, Adj.-Secretaris, Mej. Marie Roodenburg, J.G. Veenenbos, Mej. Truce v.d. Heuvel. J.W. de Boer, Mej. Lena Hofman, Mej. Co Ezerman. | |
[pagina 126]
| |
meer geschikte boeken koopen en doen inbinden - een noodzakelijke eisch voor boeken, bestemd voor bibliotheken. Onverpoosd dringen wij aan op versterking van de gelederen onzer begunstigers en bijdragers, en op toezending van degelijke boeken. Volstrekt noodig is voorts de beschikking te hebben over een flink getal nieuwe boeken, ieder liefst in een groot aantal ex. aanwezig, opdat wij een jaar lang naar hetzelfde voorbeeld kunnen werken. Aangevuld met de meestal zeer geschikte boeken, die ons voortdurend worden toegezonden, verkrijgen wij aldus uitstekende resultaten.
Ten slotte: waar ons jaarverslag een der krachtigste propaganda-middelen van onze Commissie blijft, achtten wij het dezen keer niet ondienstig den indruk van 't gelezen woord te hulp te komen door enkele afbeeldingen in te voegen. Zij mogen opnieuw getuigenis afleggen van onzen heerlijk-loonenden arbeid, die voortdurend in omvang en ernst en diepte toeneemt ten dienste onzer land- en stamgenooten in den vreemde, wanneer zij Beets' woorden tot de hunne maken:
‘Uw Moeder zult Gij eeren en ook Uw Moedertaal.’
De Boeken-Commissie van het A.N.V.: J.B. Verhey, voorzitter. Dr. W. van Everdingen, 1e secr.-penningm. J.J. Griss, 2e secretaris. Mej. A. van Zelm van Eldik, 2e penningm. Mej. Dr. H.C.H. Moquette. |
|