drukkerij. Onder Alexis kreeg het een nieuwe, maar Peter liet een uit Nederland komen en in Nederland boeken drukken. Hieraan danken wij die uitgaven met Nederlandschen tekst aan de eene en Russischen tekst aan de andere zijde.
De vertaling van Nederlandsche werken in het Russisch verrijkte de Russische taal - vooral wat het zeewezen betreft - met oorspronkelijk Nederlandsche woorden.
Wanneer Peter met arendsblik zijn nieuwe hoofdstad aan den mond van de Newa sticht, dan staat hem Amsterdam als voorbeeld voor den geest. De ondiepten in de Newa herinneren hem aan het Pampus te Amsterdam. Nederlandsche architecten, metselaars en andere werklieden bouwen de huizen en kerken, waarbij het karakteristieke Nederlandsche klokkenspel niet vergeten wordt. De beschuttende wallen worden volgens het stelsel van Coehoorn opgeworpen. Naast de vroegere Nederlandsche namen, krijgen nieuwe het burgerrecht. Het eiland tot berging van eikenhout en tot werven van kleine schepen wordt Nieuw-Holland genoemd.
In Zaandam, Krommenie en Uitgeest verrijzen fabrieken om materialen te leveren voor den bouw van huizen te St. Petersburg.
De Keizer richt zijn lustslot Petershof op Hollandsche wijze in en in zijn lusthuis ‘Mon Plaisir’ verrijst een Hollandsch huis.
Hollandsche schippers in Petersburg komende, waren welkome gasten van den machtigen Keizer. Hoe dikwijls zag men hem in hun midden als hun gelijke verkeeren. Zij mochten ‘die klare oogen’ met gedekten hoofde zien en ondervinden, dat de Keizer in waarheid doordrongen was van het spreekwoord: ‘Arbeid adelt.’
Van de Nederlanders, die hoog bij hem in aanzien stonden, zal ik slechts enkelen noemen.
Nicolaas Witsen is U bekend als behoorende tot onze geschiedenis, van hem zal ik niet verder spreken; Cornelis Cruys, die de Russische zeemacht van de kiel tot in het water bracht, hij staat met gulden letteren in Rusland's historie vermeld; Jan Hovy, de lijfchirurgijn van den Czaar, om zijne wijsheid en begaafdheid geprezen; Bidloo, de Keizerlijke lijfmedicus, die niet alleen jongelieden opleidde in de heel- en ontleedkunde, maar ook te Moskou op last van den Czaar een nieuw hospitaal bouwde en een kruidtuin aanlegde; Pieter Pickar, de bekwame teekenaar en plaatsnijder.
Maar ik zal eindigen, al gevoel ik, dat ik onbillijk ben tegenover velen, die geschiedenis maakten, werkten tot voordeel van Rusland, tot eer van hun moederland, en die mijn opsomming wel kunnen missen.
Het spreekt van zelf, dat de Nederlanders in den vreemde hunne kerken misten. Op verschillende plaatsen in Rusland verrezen dan ook Nederl. kerken.
Zoo vinden wij reeds in 1629 een kerk te Moskou, in 1637 een te Nischney-Novgorod, vóór 1667 een te Archangel, in 1723 een te Riga en kort na het begin der stad een te St. Petersburg.
Zal ik thans den draad vervolgen onder de opvolgers van Peter I? Maar de tijd zou te kort zijn. Alleen wil ik alvorens een kort woord aan het heden te wijden, den handel gedenken, die later kooplieden uit Vrieseveen op Rusland dreven.
Dat levendige verkeer tusschen Nederland en Rusland kwam beide landen ten goede. Maar de ruil stond niet gelijk. Nederland ging hierdoor geldelijk vooruit, maar Rusland èn geldelijk èn in ontwikkeling.
Wanneer in 1698 640 kunstenaars en werklieden van Amsterdam uit naar Rusland vertrokken, dan verrijken die mannen - want vooral in dien tijd kunnen wij die personen mannen noemen - Rusland met hun geestkracht en kennis, maar verarmen ons land. Tot in welke bijzonderheden hierbij afgedaald werd, kan wel blijken uit het feit, dat èn het spinnewiel èn de vrouw om het gebruik er van te onderwijzen, niet vergeten werden.
Dat krachtige, levendige verkeer kon zóó met Nederland niet stand houden.
Rusland kreeg Nederlandsche- en andere koloniën, die zelf in Rusland werkten, terwijl de Russen zelf ook ontwikkelden. Niet alle Nederlanders namen Nederlandsche vrouwen en onderhielden de aanraking met het moederland. De geschiedenis van de Hollandsche kerken in Rusland geven een beeld van het beloop en verloop.
Zelfs heden ten dage neemt echter Nederland nog een waardige plaats in Rusland in. Zoowel de paleizen, als particuliere huizen, de musea en boekerijen getuigen van het hooge standpunt, dat Nederland innam en inneemt op het gebied van kunsten en wetenschappen. Het is alsof van dien naam, Nederland, een tooverkracht uitgaat. Geleerden en eenvoudigen zingen om strijd den lof van die lage landen aan de zee en van zijne bewoners, in hun verleden en gelukkig ook in hun heden.
In Petersburg, Moskou en Warschau vonden wij Nederlanders, trotsch op hun afkomst en bewijzende, dat hun het Nederlandschap dierbaar was. Hun een dankbaren groet te brengen voor alle ondervonden vriendelijkheid, acht ik mij tot plicht.
In die beleefdheden stond ons gezantschap vooraan. Gaf de naam van onzen gezant reeds een waarborg voor de gevoelens, die een Sweerts bezielen, het doet goed in het verre Noorden onze belangen in Nederlandsch sprekende en gevoelende harten te weten.
Wie weten wil hoe de hedendaagsche Nederlandsche wetenschap in aanzien is, begeve zich slechts naar de eene of andere wetenschappelijke inrichting en het zal hem niet ontbreken aan vragen over onze geleerden van het heden, die met name genoemd worden.
Wanneer onze marine ter sprake kwam, werd haar de loftrompet gestoken. Officieren werden bij name genoemd en aangenaam was het van hen in den vreemde zoo veel goeds te hooren. Blijkbaar was men niet koel aan hen voorbij gegaan, zij hadden indrukken achtergelaten.
Dat Rusland ons land hoogacht op technisch gebied, bewijst wel de roepstem tot onzen ingenieur, den heer G.J. de Jongh, om voor uit te voeren werken van voorlichting te dienen.
Dat een Mengelberg in het Noorden waardeering vond, is algemeen bekend en werd ons herhaaldelijk verzekerd.
En thans een woord over onzen handel.
Wanneer men U te Petersburg een warenhuis wil laten zien, brengt men U in dat groote magazijn van een Roermondenaar. Op straat treffen U herhaaldelijk die onvervalschte Nederlandsche namen van de winkeliers.
De heeren Smelt herinneren U aan die stoere Nederlanders, die wel verplant kunnen worden, maar wier vaderland het eenvoudige Vriezeveen blijft.
De namen Mohr en Moens als ingenieurs en architecten herinneren U er aan, dat niet één provincie maar geheel Nederland in Rusland vertegenwoordigd is.
En wanneer wij onze vleugelen verder uitslaan en een woord wijden aan den handel van en naar Nederland, dan bevat zeker de mededeeling niets nieuws, dat veel en groot Nederlandsch kapitaal niet alleen in Russische staatspapieren belegd is, maar ook in particuliere - en spoorwegondernemingen gevonden wordt.
Ofschoon leek op handelsgebied heb ik toch eenige consulaire verslagen doorgezien en is het mij opgevallen, dat in verhouding tot andere zeevarende volken, weinig Nederlandsche schepen op Rusland varen, maar dat de handel op vele plaatsen belangrijk is.
Nemen wij daartoe b.v. St. Petersburg, dan blijkt, dat daar in 1909 123 Nederlandsche stoomschepen aankwamen, die door hun tonnenmaat de 6e plaats innamen. Dat de verschepingen hoofdzakelijk naar de havens van Rotterdam, Amsterdam en Zaandam plaats hadden en dat er vele artikelen, zooals rogge, tarwe,