Nederlanders in Zuid-Amerika.
De Wachter van Holland Michigan, ontvangt uit Corrientes, de meest noordelijke provincie van Argentinië een brief van Cornelius Bolle, waaraan wij enkele bijzonderheden ontleenen:
De schrijver klaagt dat kinderen van goede Nederlandsche families, na 't overlijden hunner ouders, hun godsdienst en moedertaal vergeten en volkomen verwaarloozen.
‘Zij kunnen zelfs niet lezen, Hollandsch noch Spaansch. En dezulken zijn er duizenden, ja nagenoeg allen; want de meeste Hollanders zijn hier bejaard gekomen.’
‘In 1889 zijn wij hier met 368 families de kolonie begonnen, meest Hollanders, en thans zijn hier nog slechts de volgende Hollandsche families: Hendrik Kleinbekman, Filippus Poelstra, Pieter, Eeltje en Doeke Luxen, Adrian Prosman, Frederik Culman, H. van Kooy en ondergeteekende. Al de anderen zijn gestorven, of naar andere koloniën vertrokken.’
Na 22 jaar is eindelijk door de Hollanders aldaar, met andere Europeanen een school gesticht, van geld dat met moeite is bijeengebracht.