Neerlandia. Jaargang 15
(1911)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdAmsterdam.De secretaris schrijft: Majoor Kooy hield een lezing met keurige en zeer merkwaardige lichtbeelden voor een talrijk, uitgelezen en zeer aandachtig gehoor. Wat wij te hooren en te zien kregen was voor de meesten iets geheel nieuws, menig duister punt in ons Koloniaal beleid werd ons opgehelderd. Onze aandacht werd geboeid door het schetsen van toestanden uit het heden en het verleden en verbeteringen, die ons eerbied afdwongen voor de mannen die het zoover gebracht hebben. | |
[pagina 31]
| |
Drie Havengezichten.Buitenhaven te Vlissingen.
Gezicht op de Maas bij Rotterdam.
Reede te Soerabaja.
Cliché's uit de kalenders van de Firma La Rivière & Voorhoeve te Zwolle. | |
[pagina 32]
| |
Amsterdam (Stud.-Afd.).De samenstelling van het bestuur is thans: Prof. Dr. J. te Winkel, eere-voorzitter; D. Fuldauer, eerelid; F.G. Doornbosch, voorzitter-penningmeester; J.W. te Winkel, schrijver, Keizersgracht 48; E.H. von Baumhauer, onder-voorzitter; P. van der Goot, 2e penningmeester; mej. F.J. Droste, 2e schrijfster. | |
Amsterdam (Jongel.-Afd.).Het bestuur dezer Afdeeling is thans als volgt samengesteld: A.G. von Baumhauer, voorzitter; H.T. Asser, schrijver, Van Eeghenstraat 69; A.H.N. van Nieuwenhuyse, penningmeester; mej. A. Feltkamp; W. Feltkamp; W. Dorsman en J. Wix. | |
Haarlem.Als secretaris dezer Afdeeling is opgetreden de heer J.A. Vor der Hake, vroeger bestuurslid der Afdeeling Alkmaar. Zijn adres is Joh. van Vlietstr. 85, Haarlem. | |
Haarlem (Jongel.-Afd.).Den 4en Februari hield de Afdeeling onder leiding van den heer A.E. von Saher een huishoudelijke vergadering. Door den voorzitter werd een uitvoerig verslag uitgebracht over de verrichtingen der Afdeeling in het afgeloopen jaar. Nadat enkele wijzigingen in het ontwerp-Afdeelingsreglement, welke door Dr. Schepers wenschelijk geacht werden, waren goedgekeurd, ging men over tot de behandeling der vragenlijst van de door het Dagel. Bestuur ingestelde Commissie. Hierover ontstond een levendig debat, waarbij zich vooral het gemis aan een duidelijke en nauwkeurige omschrijving van de bedoeling der Jongelieden-Afdeelingen zeer sterk deed gevoelen. Drie verschillende opvattingen vielen te onderscheiden, welke alle geargumenteerd ter kennis van de Commissie gebracht zullen worden. De vergadering werd gedeeltelijk bijgewoond door den eere-voorzitter en de voorzitster der Haagsche Jongelieden-Afdeeling. Het secretariaat dezer Afdeeling zal voorloopig worden waargenomen door mej. W.G. Scheer; tweede secretaris is de heer W.L. Koster. | |
Enschedé.De secretaris schrijft: Woensdag 18 Jan. trad voor onze Afdeeling op de heer J.A. Verkuyl, leeraar aan de Cadettenschool te Alkmaar met het onderwerp: De Vlaamsche Beweging. De mooie rede, met den gloed van heilige overtuiging uitgesproken, vermocht het niet groot maar aandachtig gehoor, waaronder - hoopvol teeken - vele jongelieden, den heelen avond te boeien niet alleen, maar heeft zeer zeker in de harten der aanwezigen iets overgestort van de geestdrift, die den spreker bezielde. Geen wonder dan ook, dat een krachtig applaus dezen beloonde en dat de voorzitter ongetwijfeld sprak namens alle aanwezigen, toen hij den heer Verkuyl hartelijk dankzeggende voor zijn schoone, boeiende rede, hem tevens een tot weerziens toeriep. | |
Maastricht.Deze jonge Afdeeling heeft een krachtig bewijs van leven gegeven door een voorstelling van Lucifer voor te bereiden. (Zie hierover in het volgend verslag). | |
Maastricht (Jongel.-Afd.).20 Jan. hield onze Afdeeling hare jaarvergadering. Het jaarverslag over 1910 werd door den 1en secretaris voorgelezen en door de aanwezige leden goedgekeurd. Eveneens bracht mej. J. Symons, penningmeesteresse, verslag uit van den financieelen toestand der Afdeeling. Na afloop der jaarvergadering hield Dr. H.J.E. Endepols, eerelid onzer Afdeeling, eene lezing over Vondel's Lucifer. Het doel dezer lezing was, om bij de opvoering van dit meesterwerk door de N.V. Het Tooneel, onder leiding van Willem Royaards op 25 Jan. j.l., het stuk voor onze leden meer begrijpelijk te doen zijn. Spreker gaf eene leerzame ontleding van het stuk en deelde veel belangrijks omtrent de geschiedenis van Lucifer mede, zoowel wat betreft de hedendaagsche manier van opvoeren, alsook de ondankbare ontvangst, die dit treurspel bij zijn eerste opvoering in 1654 mocht ten deel vallen. Ten slotte droeg de heer Leon Rickmenspoel eenige moderne Nederlandsche verzen voor en besloot met een gedicht in Limburgsch dialect, hetgeen algemeenen bijval genoot. De voorzitter, Jhr. P. Graafland, sloot deze goedbezochte jaarvergadering met een woord van dank aan den geachten spreker van dien avond en aan het bestuur en leden voor de aangename en vruchtbare samenwerking in het afgeloopen jaar.
* * *
Wat de Lucifersopvoering zelf betreft, zij nog het volgende opgemerkt. In Maastricht behoort eene openbare opvoering van een Nederlandsch tooneelstuk tot de groote zeldzaamheden. Gewoonlijk kan men hier slechts genieten van de kunst van buitenlandsche tooneelgezelschappen, welke Maastricht nu en dan met een bezoek vereeren. Op de voorstellingen, die genoemde gezelschappen geven, zijn vooral de lagere rangen meestal bijna geheel onbezet. Toen 25 Jan. j.l. het gezelschap Royaards alhier optrad, was de schouwburg geheel uitverkocht. Hetzelfde verschijnsel vertoonde zich verleden jaar bij de opvoering van Adam in Ballingschap en eveneens eenige jaren geleden bij eene Bouwmeestervoorstelling. Zulk een groote belangstelling bewijst ten volste, dat Nederlandsche tooneelvoorstellingen in onze stad meer recht van bestaan hebben dan de, tot heden nog steeds de overgroote meerderheid vormende, Fransche of Duitsche. Moge de plaatselijke Afdeeling van het A.N.V. voortgaan met het uitnoodigen van Nederlandsche tooneelgezelschappen. Ongetwijfeld zal dan in de toekomst niet meer van Maastricht kunnen beweerd worden, dat het op gebied van tooneelkunst een antinationaal karakter draagt. | |
Sneek.De secretaris schrijft: Voor een goedbezette zaal hield 1 Februari de heer H.A. Kooy, majoor bij het Ned. Indisch leger een belangwekkende voordracht: Over het pionierswerk in de binnenlanden van Celebes enz., verduidelijkt door zeer schoone lichtbeelden! Zijn echtgenoote had 't bestuur en de vergadering aan zich verplicht door bij wijze van inleiding een schets van haar zelve ten beste te geven, waarin zij op aanschouwelijke wijze ons met eenige zeden en gewoonten der Boegineezen in kennis bracht. Dit viel te meer te waardeeren, daar mevr. Kooy - Van Zeggelen anders niet optreedt. | |
Walcheren.Den 20en Januari 1.1. had de lang verwachte propaganda-avond voor de eerste Zeeuwsche Afdeeling plaats. Dr. Kiewiet de Jonge was gekomen om voor de aanwezigen de beteekems en het doel van 't A.N.V. nader uiteen te zetten. Na de pauze las spreker eenige Zuid-Afrikaansche gedichten voor. Door de verklaring die hij daarbij gaf, en door het Afrikaansch landschap zijnen hoorders voor de oogen te tooveren, wist hij aan deze voordracht een buitengewone bekoring te geven. Ook eenige Middelburgsche heeren droegen tot het welslagen van den avond bij. Dr. H. van der Kamp | |
[pagina 33]
| |
zong eenige Oud-Hollandsche liederen, een lied van Bernard Zweers en nog een van Röntgen; de heeren A.G. van Hamel en A.A. Noske vertolkten Kor Kuiler's sonate voor viool en piano, terwijl de avond besloten werd met de voordracht van Röntgen's Oud Hollandsche Boerenliedjes en Contradansen, ook voor viool en piano. Zoo is deze jonge Afdeeling het leven ingetreden en reeds dadelijk zijn eenige nieuwe leden geworven. Het is echter nog niet genoeg; maar waar de wil is volgt het overige wel. En dat de wil niet ontbreekt, bleek ten duidelijkste uit de woorden waarmede de voorzitter, de heer J.H. Deibel, den spreker inleidde en de vergadering besloot. |
|