J.A.J. de Villiers,
naam in de Z.-Afrikaansche geschiedenis welbekend en toch is de drager ervan geen Afrikaner, hij is Engelschman, maar door afstamming Afrikaner en Nederlander beide. Hij is geboren in Londen en is nooit in Zuid-Afrika geweest; doch zijn vader was Kapenaar en zijn moeder Nederlandsche en liefde voor den Nederlandschen stam is hem aangeboren. Den 16en Januari hield hij te Londen in de Hollandsche kerk een lezing over Nederland; voordracht die hij reeds verscheidene malen voor een Engelsch gehoor heeft gehouden. Die korte schets heeft hij ter vereering van de nagedachtenis zijner moeder aan haar geboorteland gewijd. En met hoeveel liefde spreekt hij van ‘Nederland, lief Nederland, waar alles wat wij zien minder onze grove zintuigen, meer het inwendige oog van den geest behoort.’
Aan 't slot dezer voordracht zegt hij: ‘Voor mij is het opvallend hoezeer de Nederlander, zelfs de hedendaagsche, zij het dan in Holland of in Zuid-Afrika, in karakter gelijkt op de wateren van zijn land. Op den Brit met zijn gemengd Celtisch bloed maakt hij den indruk van bedaard en traag - zoo traag als de Rijn bij Utrecht, - maar als hij eenmaal in vuur is geraakt, kan men hem even moeilijk tot bedaren brengen als den verblindenden storm op de Noordzee. En daarom heb ik, met vele anderen, groot vertrouwen in de toekomst van Holland; - de bakermat der vrijheid - want diep in het gemoed van iederen Hollander liggen nog de krachten, die hem eenmaal tot een groot volk hebben gemaakt.’
Zulke lezingen van een man, wiens woord gezag heeft, moeten den Nederlandschen naam ten goede komen.
Maar hij heeft meer gedaan voor onzen stam. Dezer dagen verscheen van zijn hand te Londen een zeer belangrijke studie over den Hollandschen goeverneur van Essequebo, Laurens Storm van 's Gravesande, over wien hij in Nederland lezingen zal houden. Hij is door Koningin Wilhelmina in bijzonder gehoor ontvangen, bij welke gelegenheid hij H.M. deze studie, samengesteld met medewerking van den heer Harris en uitgegeven door de Hakluyt-vereeniging, heeft aangeboden.
Om al die redenen hebben wij gemeend zijn portret in Neerlandia een plaats te mogen geven.
Wij moeten toonen zulke mannen te waardeeren.
De heer De Villiers is werkzaam aan het Britsch Museum.