De vraag, die ik echter zou trachten te beantwoorden is: Wat kunnen de Afdeelingen doen om de belangen van het A.N.V. zoo goed mogelijk te behartigen?
Leest men de Afdeelingsverslagen, dan klagen verscheiden besturen over totaal gebrek aan belangstelling bij de leden.
De vraag mag gedaan: heeft men wel alles in het werk gesteld om die belangstelling te wekken en te onderhouden?
Terecht wordt door sommige Afdeelingsbesturen opgemerkt, dat het doel van het A.N.V. niet is avondjes geven, dat de leden niet moeten vragen: Wat krijg ik voor m'n bijdrage? maar: doe ik er nut mee voor anderen?
Ik ben het daarmee alleen eens, wanneer bedoeld wordt ontspanningsavondjes, die evengoed van 't Nut of plaatselijke vereenigingen kunnen uitgaan.
Ik ben zeer voor avonden, die in verband staan met het doel van 't A.N.V. en dit op schoone wijze in beeld brengen. Niet verscheiden avonden op één winter, maar één flink voorbereide uitvoering, die klinkt als een klok, wier klank nog lang natrilt en de gevoelens wakker roept die wij zoo noodig hebben om ons nationaal z zelfbewustzijn weer algemeen te doen herleven.
Ik denk hierbij o.a. aan den Dialectenavond, als gegeven is door de Afd. 's-Gravenhage, waar de zoo verscheiden zonen en dochteren van Nederland door de Ned. maagd aan de toehoorders werden voorgesteld en de eenheid der natie bij verscheidenheid van gewestkarakter werd veraanschouwelijkt; ook moet ik hier herinneren aan de herleving van den Mulderkring in Leeuwarden en de Nederl. Zangavonden door Amsterdam en andere steden met goeden uitslag gegeven. Daar werden, zooals Vondel het uitdrukt, ‘genoegen en nut op 't zuiverst gemengd’.
Zeer zeker verdient het ook aanbeveling nu en dan een goed spreker over een belangrijk onderdeel van ons streven of over een nog te weinig gekend deel van ons gebied (b.v. de Koloniën, Vlaanderen, Zuid-Afrika) te doen optreden, na daarvoor onder de leden, b.v. door een opwekkend rondschrijven eerst belangstelling te hebben gewekt.
Maar behalve de avonden is er meer.
De noodzakelijke ledenvergaderingen kunnen publiek trekken door het voor onderlinge bespreking aan de orde stellen van een belangrijk vraagstuk.
Veel hangt bij dit alles af van de werkzaamheid der bestuursleden en of van hen geestdrift uitgaat, of ze de leden weten te bezielen en te doen meewerken tot meerderen bloei der Afdeeling.
Daar hebt ge de propaganda.
Nu onze ijverige propagandist ons heeft verlaten, rust op de Afdeelingen meer dan ooit de plicht om het nadeel dat daarvan het gevolg kan zijn te ondervangen, door zelf de propaganda ter hand te nemen en een plaatselijke propaganda-commissie in te stellen, die niets onbeproefd hebbe te laten om alle ingezetenen, die geacht worden lid te kunnen zijn van het A.N.V., aan ons te verbinden.
Met de bewerking van het terrein binnen de stadsmuren is die taak echter niet afgeloopen.
Ook de omstreken dienen bewerkt en waar mogelijk in naburige plaatsen een zusterafdeeling in het leven geroepen. De jonge Afdeeling Zwolle gaf in dezen al het voorbeeld.
Voorts stelle men, waar dit nog niet het geval is een sub-commissie in voor de voortreffelijke Rotlerdamsche Boeken-Commissie om deze haar grootsche taak te helpen vervullen door het inzamelen van boeken, tijdschriften en kranten. Op dit gebied gaat zooveel nutteloos verloren, dat nut en genoegen kan stichten onder onze ver van hier den strijd om het bestaan voerende stamverwanten.
Om het Nederl. lied meer en meer als een der beste uitingen van den nationalen geest te doen klinken en het straatlied te helpen beschaven, ga men eens ter school op de zangavonden voor het volk, die b.v. in Rotterdam en Antwerpen worden gegeven.
Waar het Hoofdbestuur niet te vergeefs de medewerking der groote pers vraagt om het Verbond meer bekend te maken, daar kunnen de Afdeelingsbesturen de hulp der plaatselijke pers inroepen en die aan de verbreiding der Verbondsbeginselen doen meewerken, zooals Amsterdam, Breda, Sneek e.a. meermalen doen.
En zoo is er - als men de in art. 3 der Statuten genoemde middelen eens goed nagaat, nog wel meer dat tot de taak der Afdeelingen kan worden gerekend.
Ik weet wel, dat een en ander kosten met zich brengt en men meermalen klaagt zooveel aan de algemeene kas te moeten afstaan, maar zoolang het Hoofdbestuur nog niet beschikt over een bedrijfskapitaal - tot de vorming daarvan moet het komen, willen we op den duur onze denkbeelden in daden omzetten en doen wat men meer en meer van ons gaat verwachten en eischen - zoolang zullen de Afdeelingen zich de toch ook in zeker opzicht zoo aangename opoffering moeten getroosten het Hoofdbestuur de middelen te verschaffen om zijn taak naar behooren te vervullen.
Een tegemoetkoming kan elke Afdeeling vinden in uitbreiding van haar ledental, in het bijeenhouden der leden die men heeft, in een snel administratief beheer, dat vele anders oninbare posten binnen krijgt.
En dan - de goeden niet te na gesproken - mag het wel eens gezegd, dat voortdurend contact met de leiders onmisbaar is, dat men het Dagelijksch Bestuur en de Redactie van Neerlandia op de hoogte heeft te houden van al wat met betrekking tot ons stamleven in Afdeeling en omgeving voorvalt, dat men meer dan tot nu geschiedt, de leden van Hoofd- en Groepsbestuur en van den Raad van Bijstand, wonend in de omgeving, kan uitnoodigen op kunstavonden en vergaderingen, of hun belangstelling in de plaatselijke A.N.V.-belangen kan inroepen.
Het bovenstaande werd door mij in het midden gebracht op de vergadering in December te 's-Gravenhage gehouden door het Groepsbestuur met afgevaardigden der Afdeelingsbesturen.
Mogen de leden, die het nu in Neerlandia lezen er een aansporing in vinden om de Afdeelingsbesturen te steunen in hun poging om het Verbond in hun kring tot krachtige uiting te brengen.
C. VAN SON.