Uit Chicago.
De secretaris van de Afdeeling Chicago, de heer H. Jacobsma, schrijft:
26 Oct. hebben wij eene openbare vergadering gehouden die, als gewoonlijk, slecht bezocht, doch voor de aanwezigen wel de moeite waard was. Wij hadden het genoegen eene lezing te hooren van den heer J. de Boer over: ‘Iets over de Hollanders in Chicago.’ Spreker schetste ons de positie en de roeping der Hollanders. Hij sprak zoo degelijk en te gelijk zoo aangenaam, dat hij ten einde toe met genot werd aangehoord. Hij, die zelf den emigratie-tijd mede heeft doorworsteld, die door zijn zaken dagelijks met ons volk in aanraking komt en daardoor volkomen op de hoogte is, die bovendien een helderen blik heeft en onbevooroordeeld kan meedeelen wat hij weet en denkt, was de rechte persoon voor dat onderwerp.