Hollanders en Afrikaners.
Wij ontleenen aan een brief, te Pretoria geschreven in 't laatst van September:
‘Het Nederlandsch element heeft zich bij de verkiezingen doen gelden en was Botha in Pretoria-Oost gekozen geworden, misschien dat dit voor de Hollandsche kolonie het sein geweest zou zijn, voor een nog krachtiger actie. Ik voor mij acht elk naar buiten optreden nog voorbarig en zou veel liever zien dat de Hollanders hier, zonder de trom te roeren, samenwerkten en stil, maar ernstig wilden arbeiden. Dit is een onderwerp, dat niet in een paar regels behandeld kan worden, doch ik roer het even aan, omdat ge als lid van het A.N.V. zoo licht geneigd zult zijn om ons in Zuid-Afrika van lauwheid te beschuldigen of te verdenken. Willen Nederland en het A.N.V. hier goed werk doen, stuur ons dan Nederlanders met werk lust en werkkracht, geen menschen van propaganda, maar werkers op eigen grond, op het land, bezield met den geest van de besten onzer natie, met ijver en volharding. Vooral het laatste; dit land met zijn vele teleurstellingen is alleen geschikt voor den speculant of voor hem, die ondanks allen tegenspoed vertrouwt en werkt. De eerste slaagt een enkel maal; de laatste altoos...’
Juist, wat het Verbond altijd wil in Zuid-Afrika: samenwerking van Afrikaners, Hollanders en Vlamingen; Hollanders en Vlamingen niet op den voorgrond, tenzij 't hun door de Afrikaners zelf wordt gevraagd. En wanneer er Hollands-sprekenden uit