Een nationale universiteit van Zuid-Afrika.
Misschien meer dan in de meeste landen is de inrichting van het hooger onderwijs in Zuid-Afrika van gewicht, aangezien daar het lager en het middelbare onderwijs zich naar de universiteit richt.
Van het plan om een echte universiteit naar Europeeschen trant op te richten - de bestaande universiteit van de Kaap de Goede Hoop is slechts een examineerend lichaam - hebben wij al meermalen gewag gemaakt. Het is nu een stap vooruit. Uit het geld, dat een paar mannen in goud- en diamantmijnen hebben verdiend, is een vijf- of zes millioen gulden beschikbaar gesteld voor een universiteit, die vermoedelijk haar zetel zou krijgen te Groote Schuur, het oude buiten van Rhodes, te Rondebosch bij Kaapstad.
De heer Malan, de minister van onderwijs, heeft al gesproken van ‘de nationale universiteit van Zuid-Afrika’ die er zou komen, maar ook gezegd, dat die geen schade zou mogen doen aan de ontwikkeling van oude inrichtingen van hooger onderwijs; dus niet aan het Zuid-Afrikaansche College te Kaapstad en het Victoria College te Stellenbosch. Ons Land echter vreest er voor, dat die ten slotte toch in het gedrang zouden komen, als er geen rijkaards zijn, die ze de middelen verschaffen om zich ook behoorlijk in te richten.
De Volkslem laat uit Pretoria een ander bezwaar klinken. Als aan die ‘nationale universiteit’ de taal en de geschiedenis van den Afrikaander niet tot hun recht komen, schrijft het blad; als de universiteit meer Engelsch of Schotsch dan Zuid-Afrikaansch wordt - minister Malan schijnt gezegd te hebben, dat hij Britsche voorbeelden zou volgen - ‘dan zal 't Hollands-sprekend deel der bevolking z'n eigen instelling voor 't hoogste onderwijs verlangen en ook... erlangen.’
Daartoe - wij hebben 't al vroeger gezegd - zal het ten slotte toch moeten komen. Een tweetalige universiteit is moeilijk denkbaar, tenzij de Afrikaanders voor hun taal en beschaving genoegen nemen met de rol van Asschepoester bij haar zusters thuis.