Vlaamsche Landdag.
Na den Nederlandschen Stamdag is in Noord-Amerika een Vlaamsche landdag gehouden.
Aan het verslag van de Hollandsche Amerikaan ontleenen wij daaromtrent het volgende:
‘Verleden Maandag, 5 September, had de groote Nationale Conventie te South Bend (Ind.) plaats, van de verschillende Vlaamsprekende Vereenigingen van Amerika. Die Conventie was belegd met het doel om een Nationalen Bond in Amerika te vormen.
Reeds Zondagmorgen waren er talrijke afgevaardigden uit alle deelen van Amerika opgekomen. Maandag werd een stoet gevormd die zich onder het spelen van muziek, naar de “Turn Hall” begaf, waar de Conventie gehouden werd.
De voorloopige voorzitter Ed. Coryn opende de vergadering. De afgevaardigden werden verwelkomd door den burgemeester van South Bend (Ind.). Aanspraken werden gehouden door de heeren Coryn, van Moline (Ill.); Stryckmans, advokaat te Chicago; Jos. Nys, van Rochester; B. van Slembrouck, van Detroit (Mich.).
Onmiddellijk daarna werden acht afgevaardigden gekozen om een Reglement voor den Nationalen Bond op te stellen.
Verder werd er overgegaan tot het kiezen van het bestuur van Vlaamschsprekende Vereenigingen van Amerika. De heer Coryn, van Moline, werd met algemeene stemmen tot voorzitter gekozen. Als ondervoorzitters werden de heeren Jos. Nys, van Rochester en Dokter Cyril Vermeren, van Chicago gekozen. Algemeene schrijver de heer B. van Slembrouck, van Detroit (Mich.); schatbewaarder de heer A.C. van der Vennet, van Moline. Acht toezieners werden aangesteld.
Het volgende jaar wordt het congres gehouden te Detroit (Mich.).
De besluiten van de Conventie werden opgemaakt door den heer K. Viane, van Chicago, die voorstelde een afschrift te sturen naar den Koning van België.’
* * *
Van harte verheugt het Verbond zich in deze opleving van het samenhoorigheidsgevoel bij Vlamingen en Hollanders in Noord-Amerika. Jaren heeft het geduurd voor dit wakker werd. Het scheen somwijlen zelfs of de Nederlanders in het groote Amerika zich meer Amerikaan voelden dan de Amerikanen zelf en een onderlinge aansluiting niet wilden. Thans begint dit anders te worden. Voorzeker hebben de Hudson-Fulton-feesten er het hunne toe bijgebracht. Zij hebben den naam Hollander weer algemeen bekend en tot een eeretitel gemaakt en den Nederlanders zelf in Noord-Amerika hebben zij geleerd dat zij eendrachtig samenwerkend nog veel tot stand kunnen brengen in de Vereenigde Staten, wat Neêrlands en Vlaanderens naam nieuwen glans kan bijzetten.
Thans hopen wij dat Hollanders en Vlamingen in Noord-Amerika zullen inzien dat zij nog een schrede verder moeten gaan en niet alleen ieder afzonderlijk optreden, maar ook gezamenlijk, zooals zij in Euro-