Huldiging van Louis Bouwmeester.
Eigenlijk valt Bouwmeester's 50-jarig tooneel-jubileum pas in 1911, maar aangezien hij met zijn gezelschap Indië reeds in het najaar van 1910 gaat verlaten, is hier besloten, nog in dit jaar het gedenkfeest van onzen grooten tooneelspeler door een huldebetoon te vieren.
In verschillende groote steden hebben zich hiervoor commissies gevormd.
Te Buitenzorg gaf de Afdeeling van het A.N.V. den stoot tot een huldiging, de eerste, waarmede het halve eeuw-feest is gevierd. Toen bekend werd, dat Bouwmeester's gezelschap hier 8 September zou optreden, vormde zich uit bestuursleden van verschillende vereenigingen, tevens lid van de Tooneel- en Muziekvereeniging, een commissie (de h.h. Feith, Stolk, Roeby, Van Breen, Eekhout, Welter en Cohen Stuart), die de ingezetenen opriepen tot medewerking. Dank zij de betoonde belangstelling, - ook de Landvoogd gaf op zeer gewaardeerde wijze hiervan blijk - kon den jubilaris behalve een krans ook een gesloten omslag worden aangeboden.
Dit geschiedde door den heer Feith, die in een welsprekende feestrede Bouwmeester's loopbaan herdacht, meer in 't bijzonder de schoone dagen, toen hij voor zijn meesterlijk spel te Parijs bewondering en eer inoogstte en toen - dank zij dat buitenlandsche eerbetoon - ook in Nederland velen de oogen geopend werden voor de zeldzame verdiensten van dezen kunstenaar.
De heer Bouwmeester dankte met een kort, hartelijk woord en aan daverende toejuichingen van uit de overvolle zaal ontbrak het niet.
A.B. COHEN STUART.