Oost-Indië
De verkenning van Midden-Celebes door een Nederlandsch mijningenieur.
De Java-Bode van 19 September bevat eenige mededeelingen over de onderzoekingsreizen van den mijningenieur E.C. Abendanon, ontleend aan een onderhoud, dat de afgevaardigde van genoemd blad met dien verdienstelijken ontdekker heeft gehad.
De heer Abendanon, die zich niet alleen de geographische, maar tevens de geologische verkenning van Midden-Celebes ten doel had gesteld, legde er den nadruk op, dat wèl onderscheiden moet worden tusschen een voorloopige geologische verkenning en de eigenlijke exploratie. Door de eerste kan worden uitgemaakt welke de vermoedelijke wordingsgeschiedenis van den bodem in zeker terrein is geweest, op grond waarvan een dieper gaand onderzoek op sommige punten zal kunnen worden aanbevolen, elders zal moeten worden afgeraden. Op deze voorloopige verkenning kan dan een dieper gaand onderzoek voor de aanbevolen gedeelten volgen; uitgebreide streken zullen dan voor dat ernstiger onderzoek al dadelijk kunnen worden uitgeschakeld. Zoo is de heer Abendanon tot het besluit gekomen, dat voor mogelijke opsporing van delfstoffen in Midden-Celebes ongeveer ⅘ van dat gebied buiten beschouwing kan blijven en dat alle aandacht kan samengetrokken worden op een terrein, dat het overschietende ⅕ gedeelte beslaat. Veel nutteloos en kostbaar onderzoek kan daardoor worden voorkomen.
De Regeering zou een onschatbaren dienst aan de ontwikkeling van de kolonie bewijzen, indien Zij er toe kon besluiten, het groote nog niet onderzochte gebied van onzen Archipel stelselmatig geologisch te doen verkennen.
Ook uit een meer zuiver aardrijkskundig oogpunt schijnt de reis van dezen doorzettenden Nederlandschen onderzoeker van groot belang te zijn geweest. Bijna alle rivierstelsels van Midden-Celebes werden verkend, verschillende hooge bergketenen bestegen, de drie groote nieren onderzocht.
De uitkomsten van deze verkenningen, die 1½ jaar terreinarbeid vorderden, om niet te spreken van de langdurige, noodzakelijke voorbereiding en voorstudie, zullen worden geopenbaard in het tijdschrift van het Kon. Nederl. Aardrijksk. Genootschap, dat geldelijken steun verleende.
Gaarne uiten ook wij onze voldoening, evenals de Java-Bode, dat thans door een Nederlander ‘de sluier is afgeworpen, die Midden-Celebes, wat zijn structuur betreft, nog dekte’; de tijd, dat wij dergelijke verkenningen aan vreemdelingen, veelal Duitschers, overlieten, ligt achter ons; Borneo en Nieuw-Guinea leveren daarvoor het treffende bewijs. Toch blijven wij die vele bekwame, doorzettende pioniers van vreemden landaard erkentelijk; vooral echter blijven wij met groote dankbaarheid de Zwitsers Sarasin gedenken, die, onder zéér moeilijke omstandigheden, Midden-Celebes voor ons geopenbaard en het eerst verkend hebben.
Al zou 't ook uit de onderzoekingen van Abendanon blijken, dat de voorbereiding der Sarasin's, noch uit geogr., noch uit geolog. oogpunt bevredigend mag heeten, zooals de Java-Bode veronderstelt, zij zijn de eerste verkenners geweest; en de ingenieur Abendanon zal stellig de eerste zijn om te er kennen, hoeveel nut hij van de uitkomsten van hun voorarbeid heeft gehad.