Neerlandia. Jaargang 14

Noord-Nederland

Vereeniging ‘Het Nederlandsche Lied’.

Verschenen is het jaarverslag 1909-1910 dezer Vereeniging.

‘Het was een stil jaar. Stil, in zooverre, dat de uitvoeringen op den achtergrond traden en daarentegen de uitgave van liederbundels met meer kracht en volharding dan te voren werd voortgezet. Achtereenvolgens ontvingen onze leden eene tweede en eene derde reeks Kerstliederen en de tweede aflevering van “Een nieu Liedt-Boeck genaemt den Druyven-Tros der Amoureusheyt”, alle verzameld door onzen Tweeden Schrijver, den heer F.R. Coers Frzn. en bewerkt door wijlen Mart. J. Bonman. Voor den “Druyventros” leverde ook ditmaal weder onze Voorzitter Prof. Dr. J. te Winkel de zoo noodige verklarende aanteekeningen.’

‘Traden de uitvoeringen op den achtergrond, geheel achterwege behoefden zij gelukkig niet te blijven.’

Het verslag somt dan de deelneming aan verschillende feestelijkheden op en brengt in herinnering ‘het buitengewoon succes, door den heer Galesloot en door de zangvereeniging “Orpheus”, waarvan de mannelijke leden van het Coers' Liederkoor meerendeels lid zijn, in de Pinksterdagen te Essen a/d. Roer behaald, waar dit uitnemende koor met zijn voortreffelijken leider niet minder dan vier prijzen wist te winnen, daaronder den eersten eereprijs en den eersten directeursprijs. Lof en eer den man, die met de zijnen, Hollands naam in het buitenland op zulk een wijze

[p. 164]

weet hoog te houden, en gelukkig onze vereeniging, die aan zulk een man de eer van het Nederlandsche lied weet toevertrouwd.’

Het ledental bedraagt thans 270 tegen 240 ten vorigen jare. Het aantal vereenigingen, die lid zijn, steeg van 10 tot 13.

Het bestuur bestaat thans uit de heeren:

Prof. Dr. J. te Winkel, voorzitter; G.C.D. d'Aumale Baron van Hardenbroek van Hardenbroek, onder-voorzitter; Mr. J. Hamburger A. Dzn., penningmeester; Prof. Mr. J.C. Naber, eerste schrijver; F.R. Coers Frzn., tweede schrijver (Nieuwe Gracht 26, Utrecht); Jhr. H. de Brauw; Mej. Cateau Esser, directrice van de Vereeniging tot beoefening van Vocale en Dramatische Kunst te Amsterdam; Jhr. Mr. A.E. van Boelens van Eysinga; Prof. Dr. H. Kern; Dr. W.J. Leyds, oud-Gezant der Z.-A. Republiek; Johan Schoonderbeek; L. Adr. van Tetterode; H.B. ver Loren van Themaat; Prof. Dr. W. Vogelsang; Prof. Jhr. Dr. B.H.C.K. van der Wyck.

Aan het slot van het verslag ontleenen we nog het volgende:

‘Van harte wenschen wij onzen geachten tweeden schrijver F.R. Coers Frzn., dien Atlas, die nagenoeg den ganschen last van de liederbeweging, waaronder ieder ander zou bezwijken, met onwankelbare volharding torst, dat hij nog menig lustrum aan het leven zijner belangrijke schepping moge zien toegevoegd, en dat zij in dien tijd door den metaalklank van haar zang nog tallooze scharen in verrukking brenge en voor het eigen lied in geestdrift doe ontbranden. Nieuwen steun kan hierbij verleenen het onlangs door mej. Johanna Cambier van Nooten opgerichte Coers' Liederkwartet.’