Nederlandsch Instituut te Rome.
Van dr. Gisb. Brom, onzen ijverigen vertegenwoordiger te Rome, ontvingen wij het Verslag omtrent het onder zijne leiding staande Nederl. Instituut aldaar over 1909. Daaruit blijkt wederom, met hoeveel ijver de Directeur en zijn medewerker drs. G.J. Hoogewerff de archieven te Rome onderzoeken. De eerste bracht in dat jaar de uitgave van zijn Archivalia uit het Vaticaansche archief ten einde en zette zich aan de voortzetting zijner overeenkomstige studiën in de Vaticaansche bibliotheek. Hij hielp verder een 25-tal studeerende landgenooten aan inlichtingen omtrent hunne studiën en verschafte hun gelegenheid om gemakkelijk en zonder onkosten de pauselijke en staatsverzamelingen te onderzoeken. De thans Via Varrone 1 gevestigde boekerij van het Instituut steeg tot ruim 2100, grootendeels historische, boekdeelen en bewees aan Nederlanders en vreemdelingen goede diensten, daar Nederlandsche boeken in Italië een zeldzaamheid zijn. Ten behoeve van vele studeerenden deed de Directeur nasporingen in Romeinsche archieven. De heer Hoogewerff beschrijft in dit Verslag de resultaten van zijn eerste jaar van onderzoek der Romeinsche archieven met het oog op kunsthistorische gegevens omtrent Nederlanders en op het verblijf en de werkzaamheid van Nederlandsche geleerden in Italië. Hij zette daar het werk van zijn voorganger, dr. Orbaan, met kracht voort in de kleinere Romeinsche bibliotheken en vond met name veel belangrijks in de Academia di S. Luca, waar veel meer Nederlanders te Rome ingeschreven bleken te zijn dan vermoed werd; ook in Umbrië en Toscane, met name te Perugia, werd zijn arbeid met onverwacht succès bekroond. Ook hij verschafte vele inlichtingen aan Nederlandsche geleerden.
Zoo werkt het Nederlandsche instituut op waardige wijze naast de andere instellingen van dien aard te Rome en houdt er den Nederlandschen naam hoog.
P.J. BLOK.