Neerlandia. Jaargang 14
(1910)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBuitenlandGesprekken met Consuls.III.
| |
[pagina 143]
| |
Men heeft het herhaaldelijk beproefd; maar het is steeds mislukt. U moet niet vergeten dat de Nederlanders in Winnipeg voor een groot gedeelte een vlottende bevolking uitmaken. Kunnen zij elders in Canada beter terecht, dan gaan zij daarheen. Velen trekken naar Vancouver. De Nederlandsche kolonie is er dus niet groot? Toch wel. Er zijn in Winnipeg eenige Hollandsche werklui en buiten zijn zelfs Nederlandsche landbouwers, die eigen plaatsen hebben. De Oranjedagen begint men er in den laatsten tijd geregeld te vieren. Men heeft ook een Nederlandsche kerkelijke gemeente willen stichten. Daarvan is echter niets gekomen. Uw Boeken-Commissie ken ik ook. Zij heeft mij een kist Nederlandsche boeken gezonden, die ik aan de Carnegie-Library te Winnipeg heb afgestaan. Ik geloof wel dat ze daar nut doen. Enkele malen hebben mij Nederlandsche inkomelingen gevraagd of zij geen Nederlandsche kranten of boeken konden lezen en dan heb ik ze naar de Carnegie boekerij verwezen. Maar ik denk er niet altijd aan. Het zou wel goed zijn, wanneer Uw Boeken-Commissie kaarten liet drukken, waarop stond: Nederlandsche boeken zijn hier ter stede te lezen, en die kaarten aan de Consuls zond met verzoek ze in hun kantoren op te hangen. Dan vragen de menschen er van zelf naar. Wij vergeten 't wel eens te vertellen. Wij zegden toe dien wenk te zullen overbrengen en kwamen daarna op de kansen voor Nederlandsche landverhuizers in Canada. Voor administratieve betrekkingen zullen zij in Winnipeg zelden slagen; maar goede werklui komen er gemeenlijk wel terecht. Het is echter een zuiver persoonlijke kwestie of men in den vreemde zijn brood wint. Niet alle menschen, die den oceaan oversteken, zijn geschikte landverhuizers. Daar ontbreekt veel aan. De Consul oordeelde niet over het verdere deel van Canada, kon ons zelfs niet zeggen of de inlichtingen over Nederlanders in Canada door de Canadeesche vertegenwoordigers ter Brusselsche Tentoonstelling aan den berichtgever van de Nieuwe Courant verstrekt, juist waren. Die inlichtingen betroffen allemaal plaatsen buiten zijn ambtsgebied. Van sommige had hij zelfs nooit gehoord. Onjuist was 't evenwel dat er in Canada nog Nederlandsche bladen zouden verschijnen, zooals die vertegenwoordigers hadden beweerd. Dit wist hij heel beslist. Hij vreesde ook, dat bij die opgave Dutch en Duitschers met elkaar verward waren. Die vergissing komt meer voor. Hij zelf ging nog naar Brussel en zou zeker niet verzuimen het Paviljoen van het Verbond op de Tentoonstelling te bezoeken. Dat vond hij al te belangwekkend.
Volgens de opgaven door de Canadeesche Commissarissen ter Brusselsche Tentoonstelling aan den vertegenwoordiger van De Nieuwe Courant verstrekt, waarop wij hierboven doelen, zouden er bij de laatste volkstelling in 1901 33.845 Nederlanders in Canada zijn geweest. Thans zou dit cijfer stellig tweemaal zooveel zijn. Degenen, welke sedert 1901 zijn aangekomen, hadden zich in het Noord-Westen neergezet. Aan dezen berichtgever was opgave gedaan van het aantal Nederlandsche gezinnen in 1909 in verschillende plaatsen woonachtig. Het aantal Belgen zou in 1901 bedragen hebben 2914; sedert dien zouden er gemiddeld 1500 per jaar zijn bijgekomen. In dit verband nog het volgende: De vorige maand zijn door Canada handelsovereenkomsten gesloten met Italië, Nederland en België. De uitvoer van Nederland naar Canada bedraagt 1.302.000 dollars en van België 1.852.000 dollars. Nederland voert verschillende artikelen in, die ook Engeland naar Canada zendt, en Nederland kan de Britsche mededinging doorstaan, niettegenstaande de Britsche waren door een voorkeurtarief worden beschermd. |
|