De laatste wetgevende verkiezingen van een Vlaamsch standpunt beschouwd.
De laatste wetgevende verkiezingen zijn voor de Vlaamschgezinden in meer dan één opzicht zeer belangrijk geweest en het is misschien niet nutteloos met enkele woorden hier aan te stippen wat zij zoo al leerzaams aanbieden.
In de eerste plaats moet dan worden gewezen op de goede aanwinst die de Vlaamschgezinde partij in de Kamer gedaan heeft door de verkiezing te Brussel van den socialistischen afgevaardigde Camiel Huysmans, terwijl de katholieke volksvertegenwoordiger voor Antwerpen, de heer Edward Coremans, die zooveel jaren in het Parlement zulke groote diensten aan de Vlaamsche Beweging heeft bewezen en waaraan meer dan één Vlaamsche wet te danken is, door Professor Frans van Cauwelaert werd vervangen, die zeer veel doet verwachten.
In de tweede plaats moet worden vastgesteld dat te Antwerpen vooral het Vlaamsche vraagstuk in den verkiezingsstrijd een groote rol heeft vervuld, maar dat het niet door de eene politieke partij tegen de andere werd uitgespeeld. De drie groote staatspartijen hebben aan de Vlaamsche kwestie de plaats ingeruimd waarop zij rechtmatig aanspraak mocht maken en men mag zelfs zeggen dat zij den verkiezingsstrijd ten goede beheerscht heeft. Het mag als een merkwaardig feit worden aangestipt dat, voor den eersten keer misschien, het nationaal-Vlaamsch gevoel op zekere oogenblikken sterker gesproken heeft dan het politiek partijgevoel, en dat nog al weinige dagen voor den grooten dag.
Dat kwam het best uit op de groote betooging door den ‘Liberalen Vlaamschen Bond’ belegd en waar aan den heer Louis Franck de hulde gebracht werd waarop hij recht had voor het deel dat hij gehad heeft in het stemmen van het wetsvoorstel dat zijn naam en dien van den heer Segers draagt. Op die openbare feestzitting, door liberale Vlamingen belegd, maar ook door ettelijke katholieke Vlamingen bijgewoond, - kenschetsend teeken des tijds, - werden naast de namen van nog levende en ook van overleden liberale Vlaamsche voormannen, de namen toegejuicht van een Paul Segers, een Jan de Laet, een Edward Coremans. En toen twee dagen later de katholieke ‘Nederduitsche Bond’ een openbare vergadering belegde, waar ook ettelijke liberalen aanwezig waren, - nogmaals kenschetsend teeken des tijds, - kon men daar, naast de namen van katholieke Vlaamsche voormannen, ook de namen van een Louis Franck en een Julius Vuylsteke hooren toejuichen.
Een werking tegen Vlaamschgezinde kandidaten zooals men er een drietal jaren geleden tijdens de verkiezingen voor den Gemeenteraad te Gent, van wege de aanhangers van de ‘Société flamande pour la vulgarisation de la langue française’ had zien gebeuren, - die echter toen van een zeer kale reis kwamen, dank zij het optreden van den heer Julius Hoste en van zijn dagblad ‘Het laatste Nieuws’, - was ook te Antwerpen tegen den uitstekenden Flamingant Augusteyns door de beruchte ‘Ligue pour la liberté des langues’ op het getouw gezet. Ook hier echter werd die aanslag verijdeld en ook hier sprong de heer Hoste weer met zijn orgaan krachtdadig in de bres. Het gevolg was dat meer dan 9000 voorkeursstemmen op den naam van den heer Augusteyns werden uitgebracht, terwijl op de katholieke lijst het ook de Flamingant Frans van Cauwelaert was die de meeste voorkeursstemmen behaalde. Voor degenen die niet hoorende doof en ziende blind zijn, ligt daarin een duidelijke vingerwijzing; n.l. dat de