Aangenaam bezoek.
De betrekking van Administrateur van het A.N.V. biedt soms aardige verrassingen.
Reeds de omstandigheid, dat dagelijks brieven op het kantoor te Dordrecht binnenstroomen uit alle oorden der wereld, van welke verscheidene een aangenaam onderhoud met een ververwijderden, meest geestdriftig gestemden Nederlander openen, stemt tot opgewekte vervulling der steeds omvangrijker wordende werkzaamheden.
Maar de aangenaamste gewaarwordingen zijn de onverwachte bezoeken van leden, die men zeer verre waande.
Nu eens treedt een Westindisch planter, een Oostindisch onderwijzer, een zeeofficier het kantoor binnen, nieuwsgierig om de plek eens te zien, waar het zenuwcentrum zetelt der groot-nederlandsche beweging en door een leerzaam gesprek het Dag. Bestuur weer helderder inzicht te geven in zijn taak om de Nederlanders over den aardbol verspreid in het verband hunner stameenheid te houden.
Dan weer is het een bestuurslid van een buitenlandsche afdeeling, een Afrikaner die voor zaken in het land is, een Vertegenwoordiger uit het buitenland, die persoonlijk komt kennis maken of hernieuwen, soms zelfs een Nederlander die zich komt opgeven als lid, omdat een familielid in den vreemde hem wees op den plicht: het A.N.V. door toetreding te steunen.
Al die bezoeken bewijzen hoe zeer onze beweging doorzet, hoe het uitgestrooide zaad gaat opschieten, hoe meer en meer de echte stamgenooten tot ons komen, in plaats dat wij ze moeten opsporen.
Maar het aangenaamste bezoek was toch dat, wat we den laatsten Mei ontvingen.
Een klop op de deur en een stoere figuur trad binnen, een Amerikaan van Hollandsche afstamming en - dat was het verrassende - een der oudste leden van het A.N.V., de heer A.C.G. de Heus.
Toen we zijn naam opsloegen in ons register, bleek hij No. 65 te hebben en zijn lidmaatschap dagteekent dan ook al van voor de oprichting. Hij zette zijn naam voor toetreding reeds in den cacaomolen van Blooker op de Wereldtentoonstelling te Chicago, waar de eerste stoot tot oprichting van een A.N.V. gegeven werd.
In zuiver Nederlandsch, natuurlijk met een Amerikaansch accent en soms een Engelsch stopwoordje, of course, vertelde de heer De Heus ons van zijn liefde voor zijn moedertaal, te merkwaardiger als men weet hoe hij als kind, veertig jaar geleden, Nederland verliet en sedert nooit meer zijn geboortegrond terug zag.
De taal, die hij van zijn moeder geleerd had, bleef hem echter dierbaar, heeft hij altijd onderhouden en in zijn gezin te Milwaukee (Wisconsin) is zij nog in eere.
En 't was treffend, als hij vertelde van die ontroering, welke hem aangreep toen hij op de Rijndam van de kranige Hollandsche officieren weer dat hem zoo dierbaar Nederlandsch hoorde, hoe hij veel het gezelschap van den stuurman zocht om met hem die taal weer te spreken, hoe hij de kapel aan boord telkens had aangezet Nederlandsche volksliederen te spelen en hoe hij midden op den Oceaan het initiatief nam een Marconitelegram op den verjaardag van Prinses Juliana aan het Kon. Huis te zenden.
Hoe toornde deze pittige Amerikaansche Hollander op zijn stamgenooten, die heden in Amerika komen wonen en deftig meenen te doen door hun Nederlandsch te vergeten nog voor ze goed Amerikaansch kunnen spreken.
En veel vertelde hij ons van den goeden naam, dien de Hollanders in Amerika hebben, van hun betrouwbaarheid en geschiktheid in bank- en handelsbetrekkingen.
Wel was hem hier na zooveel jaren afwezigheid de kleinheid van Holland en Hollandsche opvattingen opgevallen tegenover de breedheid der Amerikaansche begrippen, maar trouwhartigheid vond hij overal weer terug.
Wat bleek hij op de hoogte te zijn met alles wat het A.N.V. betrof, wat toonde hij zich een trouw lezer van Neerlandia al de jaren dat het maandblad reeds bestaat - beschamend voorbeeld voor menig lauw lid, die zelfs den omslag niet verwijdert - met welk een genoegen stak hij de laatste nummers bij zich, die hem door de reis ontbraken.
Tot afscheid: een stevige handdruk en een uitnoodiging om ook eens in Milwaukee aan te komen, als onze weg daarheen voerde.
Wie weet...
Maar deze Amerikaansche stambroeder heeft mijn dag tot een hooge stemming opgevoerd en me diep doen gevoelen, dat het A.N.V. niet bij toeval daar is.
C. VAN SON.