Het Nederlandsch in het spoorwegverkeer.
Een spoorwegambtenaar schrijft ons:
Kan het Nederlandsch den Belgischen spoorwegambtenaren niet nader gebracht worden door hunne Nederlandsche ambtgenooten?
Briefwisseling over dienstzaken heeft onder hen gewoonlijk in het Fransch plaats! Hebben de betrokken spoorwegbesturen bezwaar, dat dit in het Nederlandsch geschied?
Wanneer er onder de Nederlandsche ambtenaren voor geijverd wordt, zullen deze zeker wel het Fransch achterwege willen laten in hunne brieven naar België.
Ook bij het goederenvervoer zou het Nederlandsch meer op den voorgrond kunnen treden.
De vrachtbrieven bij zendingen bestemd voor het buitenland moeten zijn opgemaakt in het Fransch of Duitsch ingevolge de internationale spoorwegovereenkomst van Bern! Kan er voor het onderling verkeer tusschen België en Nederland echter geene uitzondering worden toegestaan? Opmerking verdient, dat het ‘Belgisch-Nederlandsch Tarief’ in de Fransche en Nederlandsche taal is opgemaakt!
Mij dunkt nu, dat wanneer twee landen éénzelfde, algemeen erkende taal bezitten, die dan toch ook allereerst voor ambtelijke briefwisseling in aanmerking komt, wanneer een tweede algemeene taal, die een der rijken nog bezit, het andere land geheel vreemd is.
Misschien ligt het op den weg van het A.N.V. zich over een en ander met de betrokken spoorwegbesturen te onderhouden.
Zijn de Nederlandsche ambtenaren van de welwillendheid hunner meerderen overtuigd, dan zullen zij wel hun moedertaal willen bezigen. Ook onder de Vlamingen zullen er zoo wel gevonden worden, want zeker is, dat reeds nu papieren in het Nederlandsch opgemaakt uit de provincie Antwerpen naar Nederland kwamen, terwijl de Nederlanders juist nog alles in het Fransch trachten te vertalen! (uit plicht misschien?)
Wij kunnen den geachten inzender nog meedeelen, dat het Dag. Bestuur van 't A.N.V. reeds vroeger persoonlijk deze zaak bij de bevoegde macht heeft bepleit en deze toen gunstige overweging heeft toegezegd.
Red.