Hollandsch en Hollanders in Oud-Natal.
Hier in Zuid-Afrika verstaan wij onder Oud-Natal het gedeelte dat vóór den oorlog als Natal bekend stond; het Nieuw-Natal wordt aangeduid door de distrikten Vrijheid en Utrecht, na 1902 bij Natal ingelijfd.
Jaren geleden zette zich een tamelijk groot aantal families neder aan de kuststreek rondom Stanger. Zij kregen van de Natalsche regeering honderd Engelsche akkers grond en een leemen hut. Vele dezer inkomelingen, vermoedelijk uit de provincie Gelderland en Overijsel afkomstig, waren harde werkers. Misoogst en onbekendheid met het tropisch klimaat langs de kust en het ontbreken van een goede markt (Durban was toentertijd van weinig beteekenis als marktplaats) maakten eenigen mismoedig en dezen verspreidden zich over Natal. Sommigen gingen naar Greytown en Pieter Maritzburg, waar Hollandsch werd gesproken, maar hunne afstammelingen hebben feitelijk niets Hollandsch meer. Door huwelijken met de nieuwe inkomelingen die òf Engelschen waren òf Engelsch spraken, zijn zij zelf allemaal verengelscht. Hier en daar vindt men nog ouden van dagen, die nog zuiver Hollandsch spreken. Zoo iemand ontmoet men echter hoe langer hoe zeldzamer. Doch hoe goed doet het iemand dan zijn moedertaal weer eens zuiver te hooren spreken.
En wat is er nu over van de andere kolonisten of Settelaars? Zij stichtten Nieuw-Gelderland, nu New-Geulderland genoemd, en een plaatsje Doesburg. Hun namen zijn bijna alle verbasterd. Van der Plank en Van der Wagen zijn nu Vanderplank en Vanderwagen. Van de zonen en kleinzonen der inkomelingen zijn velen in Gouvernementsdienst gegaan. Zij kennen geen of heel weinig Hollandsch, en wanneer zij op verlof gaan naar ‘Home’, dan wordt daar Engeland mee bedoeld. Toen iemand zich onlangs aan mij bekend maakte als Abr. Wenderhowen, en ik hem verzocht mij zijn naamkaartje te geven, bleek het dat zijn eigenlijke naam Van der Hoeven was. Hollandsch sprak hij niet; alleen wist hij zich, evenals President Roosevelt nog een enkel wiegeliedje te herinneren; al het andere Hollandsch was hij vergeten.
En nu een vraag, die misschien andere leden van het A.N.V. of de redactie beter kunnen beantwoorden dan ik, en wel deze: Hoe komt het dat deze zonen en kleinzonen van Nederlanders in den vreemde de taal hunner vaderen vergeten? Men zal geneigd zijn te antwoorden: door hun omgang met Engelsch sprekenden en door gemis aan omgang met taalgenooten. Maar dat is beslist niet zoo: de Duitschers in Wartburg, Nieuw-Hannover, Lunenburg en andere plaatsen spreken Engelsch, doch hun huis- en omgangstaal is Duitsch. Bovendien spreken de meesten beter Hollandsch dan vele Afrikaanders. De afgevaardigde voor Vrijheid in 't Natalsche Parlement heeft daar tot groote verbazing Hollandsch gesproken. Hij is van Duitsche afkomst. Er moet een fout zijn, zooals de Boeren zeggen. Doch waar?
Fort Louis (Natal).
JAC. SPOELSTRA.