Noord-Nederland
Het Nederlandsch in Zuid-Limburg
Met bijzondere belangstelling namen wij kennis van onderstaanden brief en op ons verzoek stond de schrijver, de heer G.A. van Haaren te Heerlen ons toe hem openbaar te maken. Maar al te weinig hooren wij uit het zuidelijkste punt van ons land, te dankbaarder zijn wij dus onderstaande mededeelingen van iemand, die in die streken werkt en leeft, en er de omstandigheden door en door kent, te kunnen opnemen.
Wat het onderwijs op de scholen betreft, dit geschiedt thans in geheel Zuid-Limburg uitsluitend in het Hollandsch, ook in plaatsen als Vaals en Kerkrade, die zeer dicht bij de Duitsche grenzen zijn gelegen en waarvan de verbinding in het algemeen met Duitschland beter is dan met Holland. Geschiedt het onderricht op de scholen tegenwoordig al in het Hollandsch, dan wil dit nog niet zeggen, dat het volk zelf deze taal ook onderling spreekt. Integendeel, de volkstaal is het plat Zuid-Limburgsch, dat zeer veel overeenkomst heeft met het Duitsch. De gewone menschen, voornamelijk het oudere geslacht, kennen dan ook veelal geen Hollandsch, of ten minste niet dan zeer gebrekkig. Daarentegen spreken de meesten zeer gemakkelijk Duitsch. Nu moet hierbij evenwel niet vergeten worden, dat, zooals ik reeds boven zeide, de verbindingen met Holland zeer gebrekkig zijn, die met Duitschland daarentegen zeer gemakkelijk. Daardoor werken ook vele arbeiders over de grenzen en zijn dus meer in de gelegenheid Duitsch te spreken. Ter nadere teekening van de gebrekkige verbinding met Holland diene b.v. dat de post uit Holland, voor Vaals bestemd, over Duitschland n.l. Aken geschiedt. Het valt dan ook niet tegen te spreken, dat het doorvoeren van het spreken der Hollandsche taal in die plaatsen op school met vele moeilijkheden gepaard is gegaan, zoodat men soms, zooals in Vaals, is moeten overgaan tot geleidelijke invoering. Zoo heeft men daar eenigen tijd den middenweg moeten kiezen door te bepalen, dat 's morgens Hollandsch en 's middags Duitsch gesproken werd. Had het onderwijs op de scholen dus reeds met vele moeilijkheden te kampen, het zal zeker niet verwonderen, dat dit in de kerken nog veel meer bezwaren opleverde, daar men om beter tot de volksziel door te dringen, het volk toesprak in de taal, die het 't beste verstaat, c.q. het Duitsch. Tot voor korten tijd werd dan ook in de kerken uitsluitend Duitsch gepredikt. Ook nu nog wordt b.v. onder de eerste godsdienstoefening hier te
Heerlen in het Duitsch gepredikt, evenzoo in de Luthersche kerk te Vaals, in eene andere Protest. kerk daar wordt beurtelings den eenen Zondag in het Duitsch, den anderen in het Hollandsch gepreekt; in de Kath. kerk ook Duitsch. In Nieuwenhagen wordt in de Kath. kerk altijd Duitsch gepredikt. In Kerkrade, waar tot voor korten tijd ook uitsluitend in het Duitsch gepredikt werd, wordt thans onder ééne godsdienstoefening in het Hollandsch gepreekt. Zooals men ziet, doet men thans wel alle moeite om het Hollandsch hier tot zijn recht te doen komen, doch dit kan natuurlijk niet overhaast gaan.
Om dit doel echter zoo spoedig mogelijk te bereiken, is het voor Zuid-Limburg broodnoodig, dat de verbindingen tusschen plaatsen onderling beter worden en deze ook betere aansluiting krijgen met Holland zelf. In het kort dus, dat de isolatie, waarin Limburg in het algemeen nog te zeer verkeert, ophoudt. Het is noodig daarvoor tramlijnen aan te leggen. Het gaat hier alles zoo bedroefd langzaam. Hoe lang is men nu niet reeds bezig met besprekingen over den aanleg van een tramlijn van Heerlen naar Valkenburg en van eene verbinding van Aken met Heerlen, (de electrische tram van Aken naar Horbach loopt reeds bijna tot aan de Hollandsche grens, drie kwart van den afstand van Aken naar Heerlen), van Vaals over Gulpen naar Maastricht enz., om niet te spreken van de verbinding Eindhoven - Weert. Ik spreek u thans nog niet eens over de munt-kwestie. Het Duitsche geld is in bijna geheel Limburg het gewone betaalmiddel, het Hollandsche geld was er tot voor korten tijd zelfs uttzondering. Dit is in den laatsten tijd veel veranderd, doordat de groote mijnlichamen de arbeiders tegenwoordig in Hollandsche munt betalen, waardoor tenminste eenige verbetering is te bespeuren.