XXXIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres te Maastricht.
Door de Regelingscommissie is op ruime schaal een rondschrijven verspreid, waarin wordt uiteengezet, waarom na Leiden niet Zuid-Nederland zijn beurt opeischt (Antwerpen wilde liever wachten tot de Consciencefeesten in 1912) en nu door het A.N.V. aan Maastricht verzocht werd het XXXIe Congres te willen ontvangen.
Limburg's hoofdstad, de gulle gastvrouw, zoo zegt o.m. het rondschrijven, heeft niet geaarzeld aan dit verzoek gehoor te geven.
De Regelingscommissie vertrouwt, dat ook dit Congres aan het doel zal beantwoorden en dat vertrouwen is des te grooter, nu zij vermag te wijzen op twee gebeurtenissen, welke sedert het laatst te Leiden gehouden
Het Stadhuis te Maastricht.
De oude wallen van Maastricht.
Congres hebben plaats gehad, waarborgen voor een nieuwe schitterende toekomst voor onzen stam, voor onze taal: de geboorte van Prinses Juliana, de bevestiging van het roemrijke geslacht der Oranje's op Neêrland's troon en vervolgens de kroning van Albert den Eersten tot Koning van België, van den vorst, die bij zijn eerste optreden heeft blijk gegeven van zijne liefde voor de Vlaamsche taal.
Naast het hoofddoel is er veel dat tot een bezoek uitlokt:
De fraaie oude gebouwen, de rijke weelderige natuur van de in de onmiddellijke nabijheid gelegen Geul- en Jekerdalen, de onderaardsche groeven van St. Pieter en Valkenburg.
Buitendien stelt zich de Regelingscommissie voor ook ditmaal de inspanning door uitspanning af te wisselen. De societeit momus heeft zich bereid verklaard hare gasten zoo mogelijk eene uitvoering aan te bieden van een blijspel in Maastrichtschen tongval van