Neerlandia. Jaargang 14

[p. 78]

Uit het jaarverslag van Groep Nederland (1909).

Inleiding.

Bij het verzamelen der gegevens voor het jaarverslag van Groep Nederland, staat men telkens voor de moeilijkheid, te beslissen of daden en gebeurtenissen het gevolg zijn van de werkzaamheid van het Groepsbestuur, dan wel meer thuis behooren in het jaarverslag van den Alg. Secr. van het Hoofdbestuur.

De werkzaamheden van beide besturen vallen uit den aard der zaak heel dikwijls samen.

Hoewel Groep Nederland zich niet onttrekt aan haar plicht om de Nederlanders, waar ter wereld zij zich ook ophouden, aan het A.N.V. te binden en hun belangen mede te bevorderen, wat alleen reeds kan blijken uit het feit dat zij haar aanzienlijk batig saldo, nu reeds meer dan f 12000. - in de hoofdkas stort, toch laat zij die taak veelal over aan het Hoofdbestuur, dat door zijn samenstelling ook meer waarborgen levert voor een deskundige vervulling.

Groei.

31 Dec. 1908 bedroeg 't ledental in Nederland 6910.

31 Dec. 1909 bedroeg 't ledental in Nederland 7392.

Op 1 Maart 1910 telde Groep Nederland, waartoe volgens de Statuten ook gerekend worden de leden in het buitenland, niet bij een Groep of Zelfst. Afd. aangesloten, 7980 leden.

Als men bedenkt, dat de groei der Groep hoofdzakelijk het gevolg was van het werken door den propagandist, dan mag de vraag gesteld, nu het Hoofdbestuur den heer Post op zijn verzoek eervol ontslag verleende, of er geen tijdperk van stilstand voor onze Groep dreigt, wat de legersterkte betreft.

Dat gevaar af te wenden is de dure plicht van alle leden en Afdeelingen.

Afdeelingen.

Groep Nederland telt op het oogenblik 28 Burger-, 7 Studenten- en 6 Jongelieden-Afdeelingen.

Zwolle en de Jongel.-Afd. Maastricht zijn feitelijk de eenige Afdeelingen, die er in 1909 bijkwamen.

Verscheidene pogingen mislukten.

Voor de teleurstellingen vindt het bestuur eenige vergoeding in de stichting der Stud.-Afd. Delft, waardoor eindelijk, ongetwijfeld onder den invloed van het te Antwerpen gestichte Alg. Ned. Studenten-Verbond de laatste Studentenburcht is gewonnen.

Een verheuging is het ook, dat in Maastricht de jongelui, die wat voor ons streven gevoelen, zich vereenigden en dat het A.N.V. door het Maastrichtsch Congres in Augustus voor geed vas en voet in het Zuiden van ons land hoopt te verkrijgen.

Door een zoo groot mogelijke deelneming van leden aan dit Congres kan blijvende winst in verzuimd Limburg worden behaald.

Er zijn nu slechts twee provinciën, waar onze standaard nog niet geplant is: Zeeland en Drente.

Deze aan ons gebied toe te voegen is een der eerste wenschen voor het nieuwe vereenigingsjaar, die in vervulling moeten komen.

Bestuur.

Het bestuur hield drie vergaderingen en een bijeenkomst met de afgevaardigden van Afdeelingsbesturen.

Een gevoelig verlies leed het door het aftreden van twee zijner werkzaamste leden: Prof. P.J. Blok en Mr. A.B. Cohen Stuart.

De eerste mocht in het najaar zijn 25-jarig professoraat herdenken. In Neerlandia werd hem hulde gebracht. Van zijn belangstelling en medewerking, waar hem dat mogelijk zal blijken, houden we ons overtuigd.

Mr. Cohen Stuart, die een werkzaam aandeel had in de oprichting der Stud.-Afd. Leiden, later na zijn promotie gretig in het Groepsbestuur werd opgenomen (1907) en ook voor het Stamverkeer veel heeft tot stand gebracht, vertrok naar Indië.

Groep Ned.-Indië, die hem thans onder hare leden telt, zal een groote werkkracht in hem vinden en dat hij haar mede tot bloei zal trachten te brengen, daarvoor is zijn staat van dienst hier ons waarborg.

Raad van Bijstand.

Van dezen Raad valt niets te vermelden, zelfs geen bijeenkomst. Hij heeft tot heden niet aan zijn doel beantwoord en dit heeft het bestuur ernstig doen overwegen of aanvulling en hervorming mogelijk zijn. Aanvulling, omdat reeds enkele der beste leden - nog kortelings hadden wij het verlies te betreuren van den grooten Nederlander Mr. N.G. Pierson - ons ontvielen; hervorming, omdat er een middel dient gevonden om van dien Raad een machtigen invloed te doen uitgaan.

Commissie voor het Boek over Nederland.

Een in 1908 uit het bestuur benoemde Commissie voor samenstelling van een boek over Nederland zette haar werkzaamheden voort in 1909 en na verschillende onderhandelingen mocht het haar gelukken de firma Sythoff te Leiden bereid te vinden, geheel voor eigen rekening het Boek uit te geven.

Commissie voor de Brusselsche Tentoonstelling.

Het was te voorzien, dat de Vlamingen de Wereldtentoonstelling te Brussel in 1910 zouden aanwenden om propaganda voor zich en het A.N.V. te maken. Het Hoofdbestuur zegde dan ook zijn steun toe en ook het bestuur van Groep Nederland toog aan den arbeid. Zij benoemde een commissie, bestaande uit de heeren Dr. W. van Everdingen, Fred. Rompel en C. van Son, die zich in verbinding stelde met de Regeeringscommissie, het secretariaat van Groep Vlaanderen en het Vlaamsch Handelsverbond. Door gezamenlijke beraadslagingen kwam men tot een mooi plan, dat in een afzonderlijk Paviljoen een sprekend overzicht zal geven der verspreiding van den Ned. Stam over de wereld in beeld en geschrift, in kaarten en tabellen, in boek en krant.

Propaganda-Commissie.

Deze in de alg. verg. van 1909 benoemde Commissie, waaraan groote behoefte bestond, heeft herhaaldelijk ten huize van haar voorzitter, Mr. A.B. Cohen Stuart, vergaderd. Maar toen Mr. H.Ph. de Kanter naar Mexico vertrok en de voorzitter naar Indië, werd tusschen de 2 overblijvende leden weinig meer beraamd. De Groepssecretaris heeft intusschen aan de opdracht der Commissie voldaan en een propagandaboekje samengesteld, dat nog wacht op de voltooiing van enkele landkaartjes om ter perse te gaan.

Stamverkeer.

Deze onder-afdeeling van het A.N.V. zetelend te 's-Gravenhage, is van de Groep overgegaan naar het Hoofdbestuur, waaronder zij thans, ofschoon zeer zelfstandig, werkzaam is. Het nut dat zij sticht door wederzijds belangstelling te wekken en te onderhouden tusschen de deelen van het Ned. Stamgebied en door de aandacht van den vreemdeling te vestigen op ons mooie land, is reeds goed merkbaar.

Tusschen Vlaanderen en Nederland is, dank zij deze Afdeeling ook, een verhoogd verkeer ontstaan, zich zelfs uitstrekkend tot de uitwisseling van jongelieden in den vacantietijd, door Noord- en Zuid-Nederlandsche gezinnen.

Taalstrijd.

Gematigd bleef Groep Nederland den strijd voor eerbiediging van Nederlands taal op Nederlandschen bodem meestrijden. Gematigd, wijl het A.N.V. een te gezond streven naar volkskracht voorstaat om den schijn op zich te laden, alsof het een vereeniging is

[p. 79]

tegen vreemde woorden. Toch onderschatte men ook dit onderdeel van onzen strijd niet.

Het is duldeloos, wanneer men goede Nederlandsche zaken ziet pronken met een vreemde taal, alleen uit sleur of aanstellerij.

Een goed werk heeft de bekende Haagsche Commissie verricht door een uitvoerig schrijven aan de bladen te richten, waarin met tal van voorbeelden wordt aangetoond, welk een invloed ten goede de pers kan uitoefenen.

Vermelding verdient in dit verband, dat de Hoofdredactie van een onzer grootste dagbladen aan al haar medewerkers een handig boekje met wenken heeft gezonden: een verzameling met de meest voorkomende stijl- en taalfouten.

Ook mag nog wel eens worden gewezen op het feit, dat het aantal germanismen die onze taal binnensluipen, vooral door de argelooze handelscorrespondenten, schrikbarend toeneemt.

Het Duitsche gevaar dient in het oog te worden gehouden.

Wij zelf en ons maandblad leven weliswaar in een glazen huis en ons geweten is misschien niet zuiver genoeg om anderen plichtverzuim te verwijten, maar erkenning van dwaling is de weg tot beterschap.

Samenwerking met andere Groepen.

De gunstige zijde der vereeniging van Groepssecretariaat en administrateurschap in een persoon is, dat met alle Groepen voeling kan worden gehouden.

In het bijzonder is dit het geval ten opzichte der Groep Vlaanderen.

Waar de teekenen des tijds voor Vlaanderen gunstig zijn, kan er niet genoeg de nadruk op worden gelegd, dat zijn ontwikkeling voor een groot deel afhangt van den krachtdadigen steun, dien Noord-Nederland het vermag te geven. En daarvoor is in de eerste plaats noodig, dat wij onze eigen cultuur, handel en nijverheid, wetenschap en kunst, taal en lied voorstaan, dat we waar dit mogelijk is in Nederland door en door Nederlandsch blijven.

De leden van Groep Nederland moeten niet in de eerste plaats vragen: Wat krijg ïk voor mijn lidmaatschap? maar: Wat kan ik verrichten om het Verbond meer en meer aan zijn doel te doen beantwoorden, op welke wijze kan ik meehelpen om de zonen en dochteren van mijn stam buiten onze staatkundige grenzen te steunen en tot een versterking van ons ras te maken?

C. VAN SON, Secretaris.