Toelichting:
Vele Nederlandsche neringdoenden betrekken hunne waren bij voorkeur uit het buitenland, ook dan wanneer die waren even goed en niet duurder door de Nederlandsche nijverheid worden vervaardigd en verkrijgbaar gesteld.
Dit wijst op de noodzakelijkheid, dat de fabrikanten, de neringdoenden en het publiek hier te lande meer tot elkander worden gebracht en het komt het bestuur daarom zeer wenschelijk voor, dat een grondig onderzoek worde ingesteld naar den omvang van dit euvel, de oorzaken en de middelen van bestrijding.
Als oorzaak noemt het bestuur, zonder op volledigheid aanspraak te maken, zoowel de voorkeur, die het Nederlandsche publiek dikwijls voor buitenlandsche waren betoont, als de omstandigheid, dat de fabrikanten hier te lande minder gemakkelijke en minder voordeelige voorwaarden schijnen te stellen dan de buitenlandsche.
Het komt aan het bestuur het best voor, dat het Alg. Ned. Verbond, d.w.z. het Groepsbestuur, het initiatief neme voor de benoeming van een commissie, die het bedoelde onderzoek zal instellen en de middelen tot verbetering zal aangeven en waarin vertegenwoordigers zitting hebben van:
1. | het Algemeen Nederlandsch Verbond; |
2. | den Nederlandschen groot- en kleinhandel; |
3. | de Nederlandsche nijverheid. |
Voor het aanwijzen van de onder 2 en 3 bedoelde leden zullen de Kamers van Koophandel en Fabrieken wel medewerking willen verkenen.
Onder de leden der Commissie zullen een of meer bekwame Nederlandsche Staathuishoudkundigen moeten zijn, voor de aanwijzing van wien de Vereeniging ‘Het Vrije Ruilverkeer’ zoo noodig wel behulpzaam zal willen zijn;
b. De Afdeeling 's-Gravenhage en Omstreken noodigt het Groepsbestuur uit een onderzoek te willen instellen naar de taal, welke in het diplomatieke en consulaire verkeer gebezigd wordt tusschen landen, waar, zooals in Nederland en België, o.m. één gemeenschappelijke taal wordt gesproken en in officieele stukken gebruikt.