Suriname
‘Verlicht’ Paramaribo.
Dat Groep Suriname steeds het doel van het Alg. Ned. Verbond voor oogen houdt en wel voor Suriname meer in het bijzonder in het streven de kennis en beschaving van de bevolking te vermeerderen, blijkt weder uit de lezing met lichtbeelden, welke het bestuurslid de heer Bolten - militair-apotheker - hield voor de leden der Groep op Zaterdag 23 October j.l.
De opkomst der leden was groot, wat niet alleen te danken was aan den persoon van den spreker, die - vele jaren reeds in de kolonie zijnde - zich op velerlei gebied bekend heeft gemaakt, doch zeer zeker ook aan het onderwerp zijner lezing: Verlichting (in het bijzonder gasverlichting), dat wel in staat was belangstelling te wekken met het oog op de omstandigheid, dat onze goede stad Paramaribo hare oude walmende, stinkende petroleumlampen in den ban heeft gedaan en ze deed vervangen door sierlijke hellichtende gaslantaarns.
Want we hebben hier tegenwoordig ‘gas’. Andere groote steden mogen in grootheidswaan lachen om ons, dat wij nu eerst gasverlichting hebben, terwijl zij sedert hoe lang reeds met electrisch licht pralen, wij zijn er niet minder blijde om!
Het was eene aardige gedachte van den heer Bolten om de zaal, waarin de lezing werd gehouden, te versieren met verschillende soorten van verlichtingsartikelen als b.v. kaarsen in verschillende soorten prachtige ouderwetsche kandelabers, lampen voor olijfolie, patentolie, petroleum, steenkolengas, spiritus, benzine, gloeilicht enz.
In zijn wetenschappelijk-geschiedkundig overzicht verzuimde de spr. niet er op te wijzen, dat het in 1784 aan den apotheker Joannes Petrus Minckelers - Nederlander (Maastrichtenaar) van geboorte - gelukte uit steenkolen gas te bereiden en daarmede zijn leskamer te Leuven, alwaar hij hoogleeraar in de scheikunde was, te verlichten.
Alle beschrijvingen en verklaringen toegelicht door onderscheidene proeven, waren wel in staat een goed begrip te geven van de bereiding van steenkolengas.
In groote trekken - verduidelijkt door lichtbeelden - verklaarde spreker de inrichting der groote nieuwe gasfabriek aan den Trekvliet te 's Gravenhage en de kleinere te Paramaribo met hare kolenloodsen, stokerij, ruimtekoelers, waterkoelers, zuiverkisten, gashouders enz.
De voorzitter was aller tolk toen hij den spreker dank zeide voor zijn leerrijken avond en voor de moeite welke hij zich had getroost zoovele verschillende verlichtings-artikelen machtig te worden in deze kolonie voor de tentoonstelling, welke de heer Bolten had ingericht in de zalen van ons Groepskantoor.
Daar de toegang voor ieder vrij was, verheugden wij ons in een druk bezoek. Z. Exc. de Gouverneur met familie gaven ook blijk van belangstelling.
* * *
Nu ik mijn eerste verslag als secretaris inzend, rust op mij een aangename plicht.
Met leedwezen vernamen wij in het bestuur onzer Groep, dat de heer Oudschans Dentz wegens bijzondere omstandigheden verplicht was het secretariaat neer te leggen, ja zelfs uit ons bestuur te treden.
Met leedwezen vernamen wij dat, aangezien wij allen den thans afgetreden secretaris hadden leeren kennen als een buitengewoon ijverig en voor het Verbond warm voelend man. De wijze, waarop hij het secretariaat heeft waargenomen, waarop hij den bloei onzer Groep heeft helpen bevorderen, is boven allen lof verheven en het is dan ook met een gevoel van groote waardeering, dat ik deze woorden neerschrijf, opdat ieder lid van ons Verbond wete, welke - sinds jaren in Dordrecht, in Londen, in Zuid-Afrika en in Suriname - zoo gunstig bekende naam, de naam Fred. Oudschans Dentz, thans schuil gaat onder het ledental.
Jammer, driewerf jammer, dat zoo'n kracht, zoo'n persoon, die in woord en geschrift heeft getoond een ernstig stamverwant te zijn, voor eene bestuursbetrekking voorloopig verloren is.
Hem goed te vervangen, lijkt mij een reuzentaak...
De 1e Secretaris,
MAC KENZIE,
Luit.-Kwartierm. b/d. troepen in Suriname.