Een terugtred?
De school tot opleiding van inlandsche artsen kwam in den laatsten tijd herhaaldelijk ter sprake.
Zooals uit verschillende dagblad- en tijdschrift-artikelen, alsmede uit een geschrift van doktor H.F. Roll, laatstelijk directeur dier school, is gebleken, werd door de commissie tot voorbereiding eener reorganisatie van den burgerlijken geneeskundigen dienst in N.-I., met betrekking tot die school, voorgesteld:
a. verlaging van het peil van het onderwijs;
b. instelling van een commissie van toezicht voor de school, ter vervanging van den bestaanden raad van bestuur;
c. intrekking van de faciliteiten aan Nederlandsche Universiteiten voor oud-leerlingen dier school.
Wanneer wij omtrent punt a. alleen in herinnering brengen dat pas in 1900 eene hervorming van het onderwijs, beoogende de kennis van de inlandsche artsen tot een hooger peil op te voeren, werd ingevoerd, en dat eerst in September 1908 de eerste inlandsche artsen, die de nieuwe opleiding genoten, werden afgeleverd, zoodat de gevolgen van de hoogere opleiding thans moeielijk reeds overzien kunnen worden, dan bepalen wij ons tot die opmerking, omdat de beoordeeling van de aangelegenheid, in haar geheel, buiten onze bevoegdheid en buiten ons bestek ligt; al zouden wij het ook ten zeerste betreuren, indien bij het algemeene streven naar verhooging van de ontwikkeling der inlanders, hier in omgekeerde richting werd gestuurd.