Z.-Afrika en de vereenvoudigde spelling.
De Z.-Afrikaansche voormannen hebben zich met een adres tot de Ned. Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Besluit van 22 Juni 1.1. gewend, waarin zij de aandacht dier commissie vragen voor Z.-Afrika, ‘daar door Uw aanbeveling Zuid-Afrika òf nauwer aan Nederland gebonden wordt òf op taalgebied wordt afgesloten met gevolgen, die hier onvermeld kunnen blijven. Van harte hopen ondergetekenden, dat de schrijfwijze als in Zuid Afrika voor het Nederlands gevolgd wordt, door U ter aanneming in Nederland kan worden aanbevolen.’
Dit verzoekschrift, dat den huidigen stand van de vereenvoudigde spellingsbeweging in Zuid-Afrika uiteenzet, is onderteekend door Z.-Afr. Hoogleraren, bekende onderwijsspecialiteiten in Zuid-Afrika, Minister Malan, den tijdelijken hoofdredacteur van De Volkstern te Pretoria, e.a.
Bij dit adres zijn ook gevoegd een paar aanhalingen uit een schrijven van Gen. Botha, gedagteekend te Londen 16 Sept. en 23 Sept. '09.
Minister Botha verklaart, dat hij met den inhoud van dit adres uit Zuid-Afrika ten volle instemt en schrijft:
‘Het zou mijns inziens om vele redenen zeer nuttig en gewenst zijn als de schrijfwijze in Zuid-Afrika voor het Nederlands gebruikt, ook in Nederland zou kunnen worden aangenomen.’
Al deze stukken zijn ook aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gezonden, met een adres, geteekend door den heer G.A.A. Middelberg, voorzitter en Dr. N. Mansvelt, secretaris der Ned. Z.-Afr. Vereeniging, waarin adhaesie aan bovenbedoeld verzoekschrift wordt gehecht en aan den Minister wordt gevraagd, ‘aan gezegde commissie het verzoek te doen toekomen, dat zij bij de bespreking van de haar opgedragen taak zooveel mogelijk zal letten op de belangen der Nederlandsche taal in Zuid-Afrika.’