Neerlandia. Jaargang 13

[p. 198]

Uit de Afdeelingen.

Bij het vertrek van den Secretaris der Afd. Haarlem, Mr. de K., naar het buitenland.

Een enkle wens moet mee de wereld in,

M'n jonge vrind en wakkre medestander,

Die aanpakt als een flinke Nederlander,

Een stuwkracht mee bij bloeitijds blij begin;

Een stuwkracht die wij node missen gaan

En elders toch zo graag met kracht zien werken,

Dat zijn gedachtnis ons opnieuw zal sterken

Om opgewekt ten wereldstrijd te gaan.

Blijf stuwkracht ginds in hete zuiderzon;

Laat daar verbaasde mensen zien en horen,

Dat Neerland is tot nieuwe bloei herboren,

Met jonge kracht een grootse taak begon.

Wees Neerlands stille of luide glorie mee,

Zodat wij blij het in ons voelen trillen:

‘Dat kunnen wij, wanneer wij flink zijn, willen.’

En - leef daarbij gelukkig over zee.

Maar o, vergeet ons niet, put zelf weer kracht

Uit Uw herinn'ring aan wat hier al goeds is,

Aan wie voor 't kleine volk vol goeden moeds is,

De stille bouwers hier aan grote macht.

Denk U terug in de opgewekte tijd

Van Leidens strijd voor Neerlands idealen,

Ga in gedachten langs zijn straten dwalen

En wees weer met de jonkheid sterk en blijd'.

Gedenk 't intieme van ons Hollands thuis,

Van 't stil lantaarngespiegel in de grachten,

Zonsondergangen, nergens zo; die pracht en

Kleurrijkdom van het land van dijk en sluis.

Gedenk dit landje: 't worde een paradijs,

Dat geurt van kleurige herinn'ringsbloemen,

Dat kracht geeft om 't met ere te doen noemen

En nimmer wijkt, hoever ook gaat de reis.

En kom dan eens terug, gezond en sterk,

En spreid voor ons Uw levensbladen open.

Wij lezen daar: ‘Vooruit, genoeg gekropen!

De wereld is zo groot! Met moed aan 't werk!’

Maar weet ook, dat iets sterkers trots verwint:

Fel moge in ons dan stralen Neerlands glorie;

Laat vrij Uw daden zijn een brok historie: -

Het hartelikst is welkom ons de vrind.

Haarlem.

J.B. SCHEPERS.