Onze taal en het Calvinisme.
Het jaarboekje van de Calvin College te Grand Rapids Mich., de Calvin College Chimes, heeft een artikel over de drie plichten van het heden. Tot deze plichten rekent het in de eerste plaats de voortzetting der studie van het Hollandsch. Het acht die studie noodig, omdat het de taal is van een groot aantal kerken, die verwachten dat de predikanten de moedertaal zuiver zullen spreken en voldoende gevoel hebben voor haar schoonheid. Deze eisch zal blijven bestaan, zeker zoo lang als de instrooming uit het moederland blijft aanhouden.
‘Maar bovendien is de studie van het Nederlandsch zoo belangrijk; omdat er een uitgebreide verzameling Calvinistische en Gereformeerde boeken in is verschenen. De tweede helft der 19e eeuw aanschouwde een merkwaardige godsdienstige opleving in Nederland, die gepaard ging met een Calvinistische wedergeboorte in alle levenssferen - van de kerk tot de staatkunde. Hierdoor ontstond een omvangrijke litteratuur welke van onschatbare waarde is voor de verspreiding der Gereformeerde leerstellingen en Calvinistische grondbeginselen. Indien wij de voordeelen van deze litteratuur willen genieten en onze zaak willen versterken, dan moeten wij vertrouwd zijn met de krachtige en edele taal, waarin die boeken zijn geschreven. Missen wij de kennis van het Hollandsch, dan missen wij ook deze litteratuur en ongetwijfeld de beginselen waarvan zij de draagster is. Het Hollandsch kunnen wij vergeten en toch Calvinistisch blijven, maar niet Calvinistisch volgens de levensopvatting der 20e eeuw.’