Neerlandia. Jaargang 13
(1909)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDelft.Het adres van den secretaris, den heer D.H. van Everdingen, is geworden Oostsingel 54, het secretariaat van de sub-commissie der Boeken-Commissie blijft gevestigd Oosteinde 154. | |
's-Gravenhage (Jong-Nederland).De Haagsche Jongelieden-Afd. is 15 Mei j.l. met hare eerste uitvoering, die geheel aan de nagedachtenis van dr. J.P. Heije gewijd was, goed voor den dag gekomen en met recht kan zij tevreden zijn over haar goed geslaagden avond, die een waardig slot vormde van de feesten ter eere van de geboorte van Prinses Juliana. Dr. M.A. van Weel, bestuurslid van de Afd. van ouderen en op verzoek van de Jongel.-Afd. haar leider, had wel gelijk toen hij in zijn inleidend woord uitriep: ‘Wat zou dr. Heije meêgeleefd hebben in deze dagen; geen gebeurtenis van eenig belang voor onze volksgeschiedenis liet hem onverschillig!’ Treffend deed dr. v. W. uitkomen hoe deze ‘vriend des vaderlands’, zooals Potgieter hem noemde, vóór alles Nederlander was en hoe hij, lang vóórdat iemand op 't denkbeeld kwam een Alg. Nederl. Verbond te stichten met alle kracht en alle liefde die in hem was, streefde naar éénheid van den Nederlandschen stam, het ideaal dat het Verbond zich als einddoel van zijn streven stelt. Het glanspunt van den avond was de zang van het koor van mej. Humme, de hierterstede zoo gunstig bekende leerares in solo- en koorzang. Met gloed en overtuiging zong het koor het juist in die dagen zoo vaak gezongen, maar toch altijd weer schoone ‘Vlaggenlied’; het lied van trouw, en van vroomheid en moed, de drie hoofddeugden van het Nederlandsche volk en zooals dr. Van Weel duidelijk uit Heije's gedichten aantoonde, ook de meest kenmerkende eigenschappen van den dichter. Dit kwam bijzonder uit in de weinig bekende verzen saâmgevat in een bundel, waarvan slechts 50 exempl. zijn uitgegeven en die vóór 1 Maart van dit jaar niet mochten worden herdrukt of overgenomen. Ook de zang van mej. W. Bervoets en van den heer C.V. Aarsse en de voordracht van mej. A. Medenbach vonden veel bijval en deden de kernachtige verzen van den dichter goed tot hun recht komen. De hulde aan die dames, en aan mej. Humme en aan den heer Aarsse voor hunne belangelooze medewerking gebracht in den vorm van ruikers en een krans, was wel verdiend. Jammer dat men mej. Gerve, die door haar talentvolle pianobegeleiding zooveel tot het welslagen van de zangnummers van mej. B. en van het koor bijdroeg, niet in die hulde liet deelen. | |
Haarlem (Jong-Nederland).10 Mei werd een fietstocht naar Assumburg en Wijk aan Zee ondernomen, waaraan 46 leden deelnamen. Den 2en Pinksterdag werd een reisje gemaakt naar IJmuiden. Uit Velzen, waar het bekende bosch bezichtigd werd, zonden de deelnemers een briefkaart, voorzien van hun handteekeningen, aan den algemeenen voorzitter. Wegens drukke bezigheden heeft mej. J. Deetman bedankt als penningmeesteresse. De secretaresse, mej. D. van Ommeren, zal haar betrekking tijdelijk waarnemen. | |
Leiden (Stud.-Afd.).In plaats van den heer W.H. van Helsdingen is als schrijver dezer Afdeeling opgetreden de heer J. Knappert, Breestraat 140. | |
Schiedam.Als secretaris dezer Afdeeling is opgetreden de heer Dr. C.R. Vermaas, Hoogstraat 198. | |
Wageningen (Stud.-Afd.).Het bestuur is thans samengesteld uit de heeren: C.W.A. de Jongh, voorzitter; G.B.C. van der Feen, schrijver, Hoogstraat 244 a; J.R. van Vloten, penningmeester. | |
Zaanstreek.Met verwijzing naar hetgeen ik mededeelde op blz. 61 van den vorigen jaargang omtrent de werkzaamheden van de sub-commissie der Boeken-Commissie van de Afdeeling Zaanstreek, bericht ik het volgende aangaande het werken dezer onderafdeeling in het verslagjaar 1908-1909. Mogen mijne woorden eenigszins medehelpen om de belangetelling voor de schoonste instelling van ons Verbond: de Boeken-Commissie met haren energieken 1sten Secretaris, Dr. Van Everdingen, verder gaande te maken onder de leden en nietleden onzer vereeniging. Van het tijdstip der sluiting van het eerste jaarverslag 1 Maart 1908 af tot 1 April werden zooals reeds gezegd op bldz. 61, Neerlandia 1908, door ondergeteekende 700 boeken naar Rotterdam verzonden, waaronder verscheidene jaargangen van De Gids, een jaargang Op de Hoogte, Motley: De Opkomst der Ned. Republiek, Blink: Nederland en zijn Bewoners en tal van andere zeer mooie uitgaven. In April tot en met Juli werd de zaak der sub-commissie bevorderd door den heer Jans, wien het mocht | |
[pagina 159]
| |
gelukken ruim 500 boeken naar R. te verzenden, waaronder pl. m. 100 prachtbanden. Noemen we van zijne zending o.m. jaargangen van: Onze Eeuw, De Gids, Op de Hoogte, Jaargang Tijdschrift Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap. Daarna zou de heer M.E. v.d. Veen het zijne doen om de B.-C. naar krachten te steunen. Helaas zag hij zich bij gebrek aan steun verplicht zijn commissie-lidmaatschap neer te leggen, wat ten zeerste moet bejammerd worden, te meer waar in 't bizonder door zijn lidmaatschap (de heer v.d. Veen is Christ.-Historisch) gehoopt en verwacht werd, dat stichtelijke (rechtzinnige) lectuur der commissie ruimschoots zou toevloeien. De heer v.d. Veen werd vervangen door den heer Heyme Vis, het werkzame oud-commissielid, die intusschen uit Londen was teruggekeerd. Zijn oude roem handhavend wist hij niet minder dan 800 boeken en tijdschriften, waaronder gelukkig meerdere bijbels, jaargangen Op de Hoogte, Nederland en Oranje van Huf v. Buren, in afleveringen enz. enz. in te zamelen. Gevers en geefsters wordt nogmaals hierbij hartelijk dank gezegd. Ten slotte zij medegedeeld, dat 300 reclamekaarten met geldelijken steun uit Rotterdam werden gedrukt en verspreid, welk feit naar mij ter oore kwam niet nagelaten heeft de daadwerkelijke belangstelling voor het voortreffelijke werk der B.-C. verder op te wekken. Moge mijn opvolger (opvolgster) in de sub-commissie - ik zag me tot mijn zeer groote spijt door omstandigheden genoodzaakt als lid te bedanken - een even grooten ijver voor de goede zaak aan den dag leggen als mijn geachte vrienden, nog-leden, die sinds reeds weer 700 goede boeken en tijdschriften wisten bijeen te brengen. Met mijne beste wenschen voor het niet genoeg te waardeeren werk ten bate van den Nederlandschen Stam van de Boeken-Commissie te Rotterdam teeken ik P.H. STUURMAN. Zaandam, Mei 1909. |
|