Neerlandia. Jaargang 13
(1909)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMededeelingen uit het Jaarverslag.Zeker niet minder dan vorige jaren was 1908 een jaar van groote voldoening voor de Commissie. Meer bekendheid werd aan het streven der B.-C. gegeven door het uitgeven van een z.g.n. fotokaart (opgenomen in Neerlandia van Januari 1909), aan de eene zijde bedrukt met een afbeelding der zalen in het Boekenhuis, aan de andere een overzicht gevend van de verschillende werkzaamheden. Reeds werd een exempl. gezonden aan tal van belangstellenden, alsmede naar alle vertegenwoordigers en afdeelingen A.N.V. in het buitenland. Op aanvraag stelt de secretaris gaarne een ex. ter beschikking van alle leden van het A.N.V., terwijl afdeelingen voor geringen prijs een aantal kunnen bestellen. Het is wel eigenaardig, dat de B.-C. in 't afgeloopen jaar bijna nimmer een aanvraag om boeken kreeg door bemiddeling der vertegenwoordigers, ofschoon zij geen gelegenheid ongebruikt liet om dezen in kennis te stellen met haren arbeid. Evenzeer betreurt zij het, dat de enkele vertegenwoordigers, die, tijdelijk in ons land vertoevend, zitdagen hielden op het hoofdkantoor te Dordrecht, niei van eenige belangstelling in het werk, dat juist voor hen zoo belangrijk moet wezen, blijk gaven. Tot nu toe was het een hooge uitzondering, wanneer een Hollandsche kolonie door bemiddeling van een vertegenwoordiger A.N.V. aan boeken werd geholpenGa naar voetnoot*). In dit verband wordt aan vertegenwoordigers en afdeelingen A.N.V. in 't buitenland en wie verder aldaar als lid of belangstellende met de B.-C. te maken heeft, dringend verzocht: Aanvragen om boeken, tijdschriften, jaarverslagen omtrent eenmaal gezonden boekerijen, enz., altijd rechtstreeks aan de B.-C. te zenden.
Slechts één afdeeling (Jong-Nederland: Amsterdam) verzocht in 1908 den secretaris der B.-C. een voordracht te willen houden over haar werk. Ook trad hij slechts eenmaal op ter gelegenheid van de stichting eener afdeeling. De B.-C. is een machtig propaganda-middel bij dergelijke gelegenheden. In 1909 volgden de afdeeling Rotterdam van Jong-Nederland en te Zwolle (stichtingsavond), welke jongste afdeeling reeds een sub-commissie instelde voor de B.-C. Verscheidene leden voor het Verbond in verre streken werden gewonnen, naar aanleiding van boekenzendingen. Ter verduidelijking der voordrachten werden twee groote kaarten gemaakt, van Zuid-Afrika en van de wereld, waarop met gekleurde duimspijkertjes aangegeven is, waarheen boeken, tijdschriften en couranten gezonden worden.
Meer en meer benoemen de afdeelingen sub-commissies der B.-C. Er is geen beter middel om de belangen der B.-C. plaatselijk te bevorderen. In dit opzicht wordt veel verwacht van de afdeelingen Jong-Nederland, zooals Amsterdam reeds bewezen heeft, dat met de afdeelingen van ouderen te Utrecht, Haarlem, Delft, Zutphen en Zaandam, de afdeeling Zwolle der N.Z.-A.V. (andere niet te na gesproken) 't meest aandeel had in de boekenzendingen. Een belofte voor de toekomst gaf zeker wel de afdeeling Rotterdam van Jong-Nederland, die op den avond der lezing over de B.-C, door het woord van een der jonge dames-leden, eene inzameling hield voor den aankoop van werkjes voor de Commissie. Waar het bezwaarlijk is boeken te verzamelenGa naar voetnoot**), kan men licht eene zekere som afzonderen om op andere wijze te helpen: Men worde begunstiger! (Contribuant der B.-C.). Voor de rubriek Zeemanshuizen en Nederlandsche Kolonies in den vreem- | |
[pagina 157]
| |
de werden 20 kisten gereed gemaakt. In 't afgeloopen jaar werd het aantal adressen, waarmede de B.-C. in verbinding staat, met 17 vermeerderd, waardoor het gestegen is tot 92. Hiertoe behooren: Swakopmund en Windhoek (D.Z.W.A.); Ismailia in Egypte; Lethbridge in Canada; Paterson in N.-A.; Punta Arenas (Chili); Bremen en Ochtrup in Duitschland; Peking in China, enz. Bij dit getal van 92 zijn behalve de Zeemanshuizen en Nederlandsche kolonies ook gerekend de afdeelingen van het A.N.V. in België, O.- en W.-I. en die in Z.-A. (Alle andere adressen in Z.-A. niet). Aan verscheidene Zeemanshuizen werd een tweede kist boeken gezonden, waarom ze gevraagd hadden. In 't algemeen luiden de berichten omtrent deze boekerijen zéér gunstig. Slechts in enkele havens is de toeloop van Nederlandsche zeelieden eigenlijk te gering om de boekerij tot haar recht te laten komen; in zulke plaatsen doen evenwel de couranten en tijdschriften goed werk. Strekken de bemoeiingen zich aldus nu al uit van Lethbridge in 't hart van Canada tot Peking in China, en van St. Petersburg in 't Noorden van Europa tot Punta Arenas, aan de Straat van Magelhaens, aan de uiterste punt van Z.-Amerika - toch leert een blik op de wereldkaart met bezette punten iedereen terstond, hoeveel er nog te doen valt: men geve daartoe de gelegenheid en zende adressen aan de B.-C. * * * Het aantal correspondenten in Zuid-Afrika werd met een vermeerderd: Prof. dr. E.C. Godée Molsbergen te Stellenbosch verklaarde zich bereid de belangen te dienen in de Z.-W. districten der Kaap-Kolonie. Met den correspondent voor de Noordelijke districten van de K.-K., den heer Hovy te Steynsburg, en met mevrouw M. Schonken, de wakkere secretaresse der A.C.V.V., van Stellenbosch, werd mondeling overleg gepleegd. In den Vrijstaat, waar onder de krachtige leiding van President Steyn zeer ijverig voor 't behoud van onze taal gewerkt wordt, bestond sedert eenige jaren een door de B.-C. opgerichte z.g. Rondgaande Boekerij, in 12 afdeelingen verdeeld. Tot nu toe berustte 't toezicht over die boekerijen alleen bij President Steyn. Dat is nu geheel anders en op veel grooter schaal ingericht en door den President overgedragen aan een commissie, die - ten deele bestaande uit dezelfde heeren, welke 't bestuur vormen van de nieuwe Hollandsche vereeniging ‘Onze Taal’ - zich ten doel stelt: ‘Het Hollandsche leesboek bij de Afrikaansche natie ingang te doen vinden’. Te dien einde is door tusschenkomst der B.-C. een algemeene oproep aan de Nederlandsche uitgevers gedaan, om de boeken, die gemelde uitgevers en de B.-C. meenen, dat voor Z.-Afrika geschikt zijn, aan de Vrijstaatsche commissie ten geschenke te geven. Vervolgens worden de boeken beoordeeld door een letterkundige commissie van ‘Onze Taal’ met Dr. Brill aan 't hoofd, waarna de geschikt geoordeelde boeken in de bladen worden aanbevolen, aangekocht en rondgezonden aan de verschillende sub-commissies in den Vrijstaat. De Boekerij is op verzoek van President Steyn genoemd: ‘De Dr. Van Everdingen-A.N.V.-Boekerij’. 't Is een bekroning - meent de B.-C. - van haar onvermoeid streven, om voor Hollandsche taalrechten in Z.-Afrika op te komen. Reeds meer dan 1100 boekwerken zijn door de B.-C. van tientallen uitgevers ontvangen en naar Bloemfontein gezonden, daar begroet als bewijs van vriendschap en genegenheid, getuigenis afleggend van den ondernemingsgeest der Nederlandsche uitgevers, die reeds zoolang in Z.-Afrika met groote moeilijkheden te kampen hadden. Moge de boekhandel er veel voldoening van ondervinden. Dank zij het ijverig streven van den correspondent, den heer Van Gent te Bethlehem, bedroeg het aantal kisten naar den Vrijstaat dit jaar meer dan dat naar de andere koloniën, n.l. 24. 17 kisten werden naar aanvragers in Transvaal gezonden, waaronder een enkele bestemd was voor een afdeeting van de ‘Unie van Transvaalsche Debats-Vereenigingen’. Prof. dr. John Purves te Pretoria, hoogleeraar aan 't Transvaalsch Universiteits-College, verzocht mej. A.E. Adriani, van de welbekende ‘Uitkomstschool’ te Ermelo, een lijst te willen samenstellen van Hollandsche boeken, geschikt voor kinderen en volwassenen. Op verzoek van deze dame zal de B.-C. zich met deze taak belasten. Voldoening ondervindt zij genoeg. ‘Ik verwonder mij menigmaal’ - zoo schrijft o.a. een Transvaalsch onderwijzer aan de B.-C. - ‘over de onvermoeide ijver, waarmee u en uw bondgenooten strijden voor de belangen van 't Hollands en daardoor voor die van de Hollanders en hun stamgenooten. Voortdurend ziet men in de Volkstem iets van en iets over uw werk en ik geloof ook, dat er wel kracht uitgaat van uw werk. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik in de laatste tijd meer en meer moed krijg voor 't Hollands’. Slechts 10 kisten gingen dit jaar naar de Kaap-Kolonie. De gedrukte toestand op elk gebied aldaar is hieraan niet vreemd. Geen enkele kist werd naar Natal verzonden. Het Hollandsche element is hier maar zwak vertegenwoordigd. In 1909 worden enkele kisten gezonden.
Sedert 1903 werden van de 666 verzonden kisten 555 naar Z.-Afrika verzonden, waarvan 243 naar Transvaal, 154 naar Transoranje, 138 naar de K.-K., 15 naar Natal, 2 naar Duitsch Z.W.A. en 2 naar Portugeesch W.A. Hieronder zijn niet begrepen de kisten, verzonden naar Zeemanshuizen, Afdeelingen A.N.V. en Nederl. Vereenigingen of Kolonies in dat werelddeel. Onze nieuw bewerkte kaart van Z.-Afrika draagt niet minder dan 186 duimspijkertjes, die aangeven, dat op die plek of in haar naaste omgeving boekerijen door de B.-C. gesticht zijn. Zoo werden naar Pretoria en omgeving niet minder dan 83 kisten verzonden. Het sterkst bezet is de K.-K. met 71 punten, dan volgt Transvaal met 56, Transoranje met 44 punten, Natal met 11 en Rhodesia met 1, terwijl D.Z.W.A. met 2 plaatsen voorkomt en Portug. W.A. met 1. In 't afgeloopen jaar had de B.-C. een enkele maal met onaangenaamheden te kampen ten gevolge van 't schrijven van een boekhandelaar in Z.-Afrika en een daarop volgend artikel in een Z.-Afr. blad, in welke stukken opnieuw getracht werd het werk in een valsch licht te plaatsen. Ook hier te lande zou dit pogen eenige uitwerking gehad hebben, ware 't niet, dat door een persoonlijk onderhoud, zoowel met de grootste uitgeversfirma, die met èn in Z.-Afrika zaken doet, als met 't Hoofdbestuur der N.Z.-A.V., de houding der B.-C. volkomen gerechtvaardigd werd.
Naar Oost-Indië gingen 4 kisten, alle bestemd voor hoofden van Inlandsche scholen in de Bataklanden op Sumatra, waarheen waarschijnlijk nog meer kisten zullen verzonden worden, dank zij de groote belangstelling van vele Inlanders voor onze taal en het A.N.V. Aanvragen van het Groepsbestuur werden niet ontvangen, doch zullen gaarne worden uitgevoerd. Naar de West ging 1 kist en wel naar Curaçao. Het Groepsbestuur was zoo vriendelijk als begunstiger toe te treden.
Naar België werden verzonden 7 kisten, bestemd voor boekerijen te Antwerpen, Gent, Luik, Mechelen en Vilvoorde. Ook deze Groep en vijf harer Takken traden toe als begunstigers. Het aantal verzonden kisten bedroeg in 1908: 83. | |
[pagina 158]
| |
Onder Algemeene Zaken wordt nog melding gemaakt van een Tooneel-lijst, die werd samengesteld om belangstellenden in den vreemde een min of meer volledig overzicht te kunnen bezorgen van sedert 1890 hier te lande verschenen tooneelstukken. Op aanvraag staan exemplaren hiervan ter beschikking van onze landgenooten in het buitenland, Zuid-Nederlanders en Afrikaners. Voorts kocht de B.-C. 1000 ex. van ‘Het Boek in 1908’, de buitenlandsche uitgaven niet omvattend, en door nog andere wijzigingen bestemd voor landen stamgenooten in den vreemde. Aldus worden de Nederlandsche uitgaven onder de oogen gebracht van belangstellenden, in de verwachting ook daarmee den Nederlandschen Boekhandel krachtig te kunnen steunen. O.a. werd aan alle vertegenwoordigers en Afdeelingen A.N.V. in het buitenland, Groepsbesturen en Nederlandsche Vereenigingen een ex. gezonden. Voorbereid werd de verzending van een plaatwerk over Nederland, zijn kolonies en koloniën, om evenzeer op ruime schaal verspreid te worden.
Wat de geldmiddelen betreft: opnieuw sloot de rekening met een tekort van bijna f 200. -. Met des te grooter erkentelijkheid wordt gewag gemaakt van de giften, in 't afgeloopen jaar geschonken door H.M. de Koningin en H.M. de Koningin-Moeder.
Het bestuur der Boeken-Commissie is voor 1909 aldus samengesteld: J.B. Verhey, Voorzitter. Dr. W. van Everdingen, 1e Secretaris-Penningmeester. J.J. Griss, 2e Secretaris. Mej. A. van Zelm van Eldik, 2e Penningmeesteres. Mej. Dr. H.C.H. Moquette. |
|