Bestuur en rechtspraak in de Bataklanden.
(Hierbij de foto's Nos. 7 en 8.)
De Bataklanden vormen wel grootstendeels één gewest - het gewest Tapanoeli, hoofdplaats Si Bolga aan den Indischen Oceaan -, maar toch niet geheel; want het hooggelegen Karoland benoorden het Tobameer en een paar aangrenzende streken beoosten het meer behooren met hun hellingland, de doesoen, tot het gewest Oostkust van Sumatra.
De dorpen in de Bataklanden staan onder hun inheemsche dorpsbesturen. Boven deze dorpsbesturen heeft men de besturen van complexen, die oorspronkelijk veelal zelfstandige dorpsbonden zijn geweest, doch die bij onze regeering gewoonlijk ‘districten’ onder ‘districtshoofden’ heeten; de zendingsberichten intusschen noemen zoo'n districtshoofdje (vanouds tevens dorpshoofd van het voornaamste dorp) dikwijls ‘den vorst’. Alleen daar waar zulke bondshoofdjes zich een despotische macht hebben weten te verwerven, als benoordoosten het Tobameer (Si Meloengoen), heeft het gouvernement zelf hen als ‘vorstjes’ erkend. Onder de genoemde districtshoofden hebben wij in verschillende deelen van Tapanoeli lagere inlandsche titularissen ingesteld onder den titel van onderdistrictshoofd; van dezen zijn thans echter velen weer afgeschaft. Boven de hoofden der dorpsbonden in het Karoland, met wie ons gezag het laatst in aanraking is gekomen, hebben wij aanleiding gevonden nog een hooger inlandsch gezag te erkennen; een zestal hunner n.l., die vanouds een ietwat representatieve plaats onder huns gelijken innamen, hebben wij erkend als de gezamenlijke bestuurders van het rijkje of landschap dier geheele Karo-hoogvlakte.
Boven dit dorpsbestuur en ‘inlandsch bestuur’ en deze zoogenaamde ‘vorstjes’ staat ons ‘binnenlandsch bestuur’ ten dienste waarvan het land verdeeld is in onderafdeelingen (onder controleurs of civiel gezaghebbers) en afdeelingen (onder assistent-residenten of controleurs); boven de afdeelingshoofden staan de hoofden van de twee gewesten, de residenten van Tapanoeli en van de Oostkust van Sumatra.
De rechtspraak over inlanders is in het zuidelijke Batakland, waar ons gezag al zeventig jaar gevestigd is - het heette indertijd de ‘Noorderdistricten’ van het gouvernement Sumatra's Westkust -, geschoeid op de westersche leest, die wij ook op Java en elders met terzijdestelling van de volksinzettingen hebben ingevoerd. Het is daar rechtspraak ‘in naam der Koningin’, geoefend door een Europeesch bestuursambtenaar hetzij alleen (magistraatgerecht) hetzij met hoofden naast zich (rapat), of door een inlandsch districtshoofd met lagere hoofden naast zich (districtsgerecht). Overal elders in de Bataklanden echter, waar wij eerst sinds dertig jaar of korter zitten, heeft men de inheemsche rechtspraakinzettingen zooveel mogelijk gehandhaafd, al hebben ook daarbij de Europeesche bestuursambtenaren leiding en toezicht en grooten invloed, volgens voorschriften van hun resident.
De tegenwoordige resident van Tapanoeli, de heer Westenberg, door wiens beleid binnen veertien jaar tijds het uitgestrekte Karoland zonder noemenswaarde vijandelijkheden onder ons bestuur is gebracht, heeft in zijn vroegeren werkkring onder de Karo's de voordeelen eener rechtspraak, die de adat wezenlijk eerbiedigt, ruimschoots leeren kennen; van hem ook is de regeling afkomstig van een centrale rechtspraak voor het Karoland, de kerapaten te Kaban Djahé.