Alg. Vergadering gehouden 25 Febr. 1909, in ‘De Gezelligheid’.
De vergadering werd ook bijgewoond door den H.Ed.Gestr. heer Gouverneur met adjudant.
De nieuwgekozen voorzitter H.P. de Vries, leidde de vergadering. Na het welkomstwoord van den voorzitter bracht de secretaris verslag uit over de werkzaamheden in het afgeloopen jaar. Dit verslag wordt in Neerlandia openbaar gemaakt. De secretaris wees er op hoe bij de Venezolaansche verwikkelingen overduidelijk de kracht van het machtige lichaam van het A.N.V. is bewezen. De moreele invloed, welke daarvan ten gunste van Curaçao is uitgegaan, kan niet licht overschat worden.
De heer Gouverneur nam het woord en bracht hulde aan het wakkere bestuur, dat, gelijk het verslag terecht zegt, in het afgeloopen jaar met zooveel kracht is opgetreden, om het doel der Vereeniging door de bij het Reglement aangewezen middelen te bereiken.
Daarna sprak de voorzitter een warm woord van diepgevoelden dank voor den ondervonden steun.
De bijdrage uit Nederland is werkelijk niet onbelangrijk, als men in aanmerking neemt, dat onze oproeping geschiedde juist in de wintermaanden, toen er zooveel voor de werkloozen in Nederland zelf werd gevraagd, waar later nog de hulp aan de slachtoffers van Messina bijkwam.
De heer Van Lier vroeg waarom het Groepsbestuur geen alg. vergadering had bijeengeroepen om het gevoelen der leden te vragen omtrent de meest doelmatige wijze waarop de ingekomen gelden onder de armen zouden kunnen verdeeld worden. De heer Querido voegde daar nog aan toe, dat, volgens zijne meening, het Groepsbestuur meer als vereenigd bestuur, en niet ieder bestuurslid afzonderlijk, de gelden had moeten verdeelen, maar wenschte uitdrukkelijk te laten uitkomen, dat zijn opmerking geen votum van wantrouwen insloot ten opzichte van het Groepsbestuur, waaraan hij alle hulde bracht.
De voorzitter antwoordde, dat het Hoofdbestuur zelf de gelden aan het Groepsbestuur ter uitdeeling had toegezonden, waaraan later het verzoek werd toegevoegd zich in verbinding te willen stellen met de commissie op Curaçao op verzoek van den Gouverneur gevormd tot in ontvangstnemen der gelden van ‘Oost en West’. Dit nu was geschied. De voorzitter meende derhalve, dat door het Groepsbestuur alleszins onberispelijk was gehandeld.
De heeren J.P.G. Ecker en Mordy Henriquez gaven het bestuur de verzekering van het volle vertrouwen der leden en brachten dank aan de bestuursleden voor hun wijze van handelen. De heer Henriquez verklaarde zich persoonlijk herhaaldelijk overtuigd te hebben, dat de gelden over het algemeen goed waren besteed en dat vele thuis-zittende armen er uitstekend door waren geholpen.
Opnieuw vroeg de heer Querido het woord om te vragen, of het ook op den weg lag van het A.N.V. hier op Curaçao te ijveren voor het kiesrecht. Op verzoek van den voorzitter diende de heer Querido een motie in, dat deze alg. vergadering zich daaromtrent zoude uitspreken.
Na gedachtenwisseling over en weer stelde de voorzitter voor, de vraag ter oplossing voor te leggen aan het Hoofdbestuur in Nederland, met welk voorstel de heer Querido gaarne medeging.
Nadat de heer Gouverneur een woord van dank en aanmoediging tot den voorzitter had gericht, sloot deze de vergadering.