verzoek Z.K.H. den Prins der Nederlanden uit te noodigen namens H.M. een bezoek aan Nederl. Indië te brengen.
Verder komt ter sprake de weinige gelegenheid die er voor Inlanders bestaat om Nederlandsen te keren. Verschillende voorstellen, die de strekking hebben in dezen de medewerking der Afdeeling te verkenen, komen in behandeling, doch geen van alle schijnt voor dadelijke praktische uitvoering vatbaar. Derhalve wordt besloten voorloopig in dezen alleen krachtigen zedelijken steun te verkenen en verder in een volgende vergadering de eindbeslissing in deze aangelegenheid te doen vallen, waarbij op den voorgrond wordt gesteld, dat in elk geval steun zal worden verleend.
Mededeeling wordt gedaan door den secretaris dat de journalist-zanger Pisuisse zijn medewerking heeft toegezegd voor een te houden voordracht, opgeluisterd met verschillende voorbeelden, over de geschiktheid van het Nederlandsch voor poëzie van den aard der Fransche ‘chansons’. Besloten wordt voor die gelegenheid ook de leerlingen der school tot opleiding van Inlandsche artsen uit te noodigen.
De heer Van Oosterzee deelt mede door drukke werkzaamheden verhinderd te zijn het voorzitterschap langer te vervullen. Een woord van dank aan hem, die ondanks zijn vele werk, met zooveel ijver die betrekking bekleedde, is hier zeker op zijn plaats. Als voorzitter werd verkozen de heer Th.G.O. Valette, thans onder-voorzitter, die als zoodanig vervangen wordt door den heer Roessingh van Iterson.
Ten slotte wordt in het algemeen besloten de geboorte van den Stamhouder van het huis van Oranje niet onopgemerkt te laten voorbijgaan. In bijzonderheden zal nader worden uitgemaakt welke feestelijkheden zullen worden ingericht.