Zuid-Afrika
De voorzitter in Zuid-Afrika.
Dr. Kiewiet de Jonge, onze voorzitter, was in het begin van Maart in de Kaap-Kolonie. Den 2en woonde hij de eerste jaarvergadering der Afdeeling Kaapstad en omstreken van het A.N.V. bij. Den volgenden dag sprak hij te Worcester. Den 4en Maart werd hem te Stellenbosch een noenmaal aangeboden, waarbij Prof. Moorrees voorzat en Ds. H. Bosman, van Pretoria, in zijn tafelrede o.m. zeide: dat mannen als de Ned. Consul-Gen. te Pretoria en de gast van dien avond veel konden doen om misverstanden tusschen Hollanders en Afrikaanders te doen verdwijnen en konden meewerken om Zuid-Afrika een groot, vereenigd en gelukkig land te doen worden.
Den dag daarna deelde Dr. Kiewiet de Jonge de Taalbond-prijzen uit met een rede, waarin hij bewees door het voordragen van gedichten, dat het Nederlandsch van Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika één is.
Den 6en Maart gaf de heer Jan Hofmeyr te Kaapstad een noenmaal, onzen voorzitter ter eere. Hier zaten o.m. ook aan de beide oud-staats-secretarissen der Z.-A.R., de heeren F.W. Reitz en W.J. Leyds, benevens Minister D.P. de V. Graaff.
's Avonds hield Dr. Kiewiet de Jonge te Kaapstad een lezing.
Ons Land wijdt een artikel aan Dr. Kiewiet de Jonge's verblijf in Zuid-Afrika. Het zegt:
‘Door zijn bezoek is gewis de band, die de Hollandse stam in Nederland en Zuid-Afrika aan elkander bindt, nauwer aangehaald. Waar de ijverige voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond in het verleden zoveel ware ijver aan de dag heeft gelegd voor de belangen van het Zuid-Afrikaanse volk daar kunnen wij verzekerd zijn, dat hij in het vervolg, met zijn ongedane eigen ondervinding van Zuid-Afrika en zijn Hollandssprekende bevolking - van wat goed is in ons volk zowel als van onze zwakpunten, waarmede zijn ruim hart sympathie kan hebben - nu dat hij met eigen ogen heeft gezien, met eigen oren heeft gehoord en met eigen hart heeft gevoeld, krachtiger dan ooit zal ijveren om de band tussen Holland en Zuid-Afrika te versterken en de ontwikkeling van de Hollandse taal in Zuid-Afrika met des te groter belangstelling zal gadeslaan. Wij zijn verblijd, dat hij ons heeft bezocht; alleen spijt het ons, dat hij zo betrekkelik kort in ons midden vooral in de Oude Kolonie, kon vertoeven. Bij zijn vertrek getuigde hij, dat hij vele persoonlike vrienden in Zuid-Afrika achterliet. En hij is de vriend van velen in Zuid-Afrika geworden. Wij vertrouwen dat zijn volgend bezoek langer zal duren.’
* * *
Te Pretoria heeft zich een commissie gevormd om den algemeenen voorzitter van het A.N.V. een geschenk ter herinnering aan zijn Z.-Afr. reis aan te