Nieuwe woorden.
Als er in ons volk een even groote lust was om een vliegtoestel uit te vinden als er blijkbaar is om er een goeden naam voor te bedenken, ons dunkt: we waren in de nieuwe vliegkunst nu al een heel eind verder gekomen.
Dokter L.F. van der Sman acht de vraag - zoo schrijft hij ons - aldus ‘heel eenvoudig opgelost’: men noeme een ‘vlieger’ wat werkelijk vliegt (d.w.z. het nieuwerwetsche vliegtuig), en wat nu ‘vlieger’ heet, noeme men ‘zwever’. Als in den volksmond ‘vlieger’ reeds een vaste beteekenis heeft, ‘dan wordt het tijd daaraan een eind te maken’.
Ons dunkt het niet aanbevelenswaardig te trachten aan eenig spraakgebruik een eind te maken; alvast niet, omdat de volksmond zich zoo maar niet iets laat afleeren. Er is in onze taal al heel wat kwaad gebrouwen doordat men haar niet nam zooals zij is, maar meende te kunnen zeggen hoe zij behoorde te wezen.