veel belangstelling door de talrijke aanwezigen aangehoord.
De werking van hoogergenoemde afdeeling mag zich in een steeds toenemenden bijval verheugen, hetgeen bewezen wordt door het groot publiek dat over het algemeen de lessen en voordrachten bijwoont. Die bijval werd o.a. ook mogelijk gemaakt door de toelage van 1000 frs. welke de Gemeenteraad van Antwerpen aan de afdeeling heeft geschonken, waarvoor hem hier openlijk dank zij gebracht.
Ook de afdeeling ‘Liederavonden voor het Volk’ gaat geregeld met haar aanleeringen voort. Tot voorkoming van alle misverstand zij hier vermeld dat deze iederen Woensdagavond plaats hebben in de zaal ‘Tivoli’, Pelikaanstraat 102, en niet meer, zooals voorheen, in de feestzaal van de firma De Beukelaar.
Tijdens de maand Jan. werden de werkzaamheden van de afdeelingen ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ en ‘Liederavonden voor het Volk’, regelmatig voortgezet. In deze laatste kwam de heer Joris de Bom zelf een van zijn liederen aanleeren.
Op 31 Jan. werd de verplichte jaarl. alg. verg. gehouden; uit de lezing van de verschillende verslagen bleek hoeveel werk door den Tak tijdens het afgeloopen jaar werd afgedaan, niet alleen door de bemoeiing van het alg. bestuur, maar ook door de ‘Lett. Afd.’, ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’ en de ‘Liederavonden voor het Volk’, terwijl ook de geldelijke toestand gunstig bleek te zijn. Aan allen die daartoe het hunne hebben bijgedragen, als de heeren J. Cox, F. en A. van Laar en E. Schiltz werd een woord van hartelijken dank gebracht.
Bij de gedeeltelijke hernieuwing van het bestuur werden herkozen de heeren F. Bly, H. Melis, F. Oyen, M. Rooses, F. van Laar, Van Kerckhoven-Donnez, F. van Cuyck, Van der Ouderaa, Van de Perre en E. Wildiers en gekozen, in de plaats van den heer L. Bouchery, de heer Smets, leeraar aan het Koninklijk Athenaeum.
Charleroi. Na den heer H. Meert trad in dezen Tak de heer E. Paumen, leeraar aan het Kon. Athenaeum te Bergen op met een voordracht over Pol de Mont als dichter. Al zijn verzenbundels werden besproken en uit de meeste werden brokstukken of geheele gedichten voorgelezen. En om aan de Waalsche leden nog eens te toonen hoe broos die beruchte ‘Chineesche muur’ der Flaminganten is, las de heer Paumen ‘Les Cloches’ voor, door den grooten Flamingant Pol de Mont zelf in heel schoon Fransch vertaald.
20 Dec. spoorde van Ingelmunster, in West-Vlaanderen, naar 't hartje van 't Walenland de heer G. Vermeersch, de welbekende schrijver. Voor een talrijke vriendenschaar las hij een humoristische novelle, ‘Een onverwacht voorval’, voor.
Voor het afgeloopen jaar moet vooral hulde worden gebracht aan den zoo buitengewoon ijverigen schrijver-penningmeester, den heer Karel Mariën.
Dank ook aan verscheidene andere leden, die door het uitvoeren van liederen de zittingen opvroolijkten.
Met smart moet het overlijden worden meegedeeld van den heer De Bruyn.
De heer R. Schmidt, leeraar aan het Athenaeum, opende het jaar 1909 met een schoone voordracht over ‘Maurits Sabbe’.
21 Jan. trad mejuffrouw Verkuyck van Mechelen met een voordracht over ‘Jacques Perk’ op.
Het buitengewoon talrijk opgekomen publiek bracht haar een warme hulde, 't Was de eerste maal dat de Tak het genoegen had een dame in zijn midden te zien optreden.
Hierbij mag niet worden nagelaten den heer De Coster, van Gent, dank te brengen, die reeds verscheidene malen de schoonste Vlaamsche liederen met prachtige stem kwam voordragen.
Lier. De heer K. de Bosschere, leeraar aan de Staatsnormaalschool te Lier, was zoo bereidwillig om de reeks voordrachten voor dezen Tak te openen. Hij sprak over Italië en al het schoone van dit land. Door zijn eenvoudige en gemoedelijke wijze van spreken wist hij het publiek te boeien.
Na tweemaal uitgesteld te zijn werd het feest Karel van Rijn gehouden op 15 Dec. Onnoodig verder uit te weiden. Iedereen die Van Rijn zag in ‘Brand in de Jonge Jan’ weet dat hij met een kunstenaar te doen heeft in den vollen zin van 't woord. Jammer dat er niet meer publiek was.
Lokeren. Sedert November 1908, heeft de Tak zich beijverd om zijn leden op aangename en nuttige feestavonden te onthalen.
Eerst is de heer Louis de Vriendt opgetreden met mevrouw Van de Wiele van het Ned. Tooneel van Gent.
In het gewone lokaal werd door den heer Adv. J. van Winckel een zeer belangwekkende voordracht gehouden over ‘Crimineele Anthropologie’.
De heer Adv. Eggen uit Gent hield een voordracht met lichtbeelden over Congo, die veel bijval verwierf.
Op den 2en Kerstdag werd aan de leden en hun kinderen een Kerstfeest aangeboden; het talrijk publiek juichte de uitvoering warm toe, en de gretige kinderhandjes werden gevuld met de schatten van den goedbeladen Kerstboom.
6 Jan. verwelkomde de voorzitter de leden op een gezellige bijeenkomst, waar een bespreking door den heer O. Bentinck werd ingeleid. Er werd gesproken, vooral door den heer H.J. Libbrecht, over de aardbevingen, haar ontstaan en haar betrekking met andere verschijnsels, o.a. het ontstaan der bergen en vuurbergen.
Mechelen. De eerste reeks van de werkzaamheden voor den winter, werd gesloten op 21 Dec., met een voordracht over het eiland Curaçao, een onderwerp van groote actualiteit, dat de heer De Sadeleer, van Brussel, voor een uitgelezen en zeer weetgierig publiek behandelde met begeleiding van lichtbeelden.
In de afdeeling ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’, zette Dr. O. van Doorsselaer zijn klare, methodische lessen over ‘Duitsche klassieke schrijvers’ voort en deed aan zijn steeds talrijke toehoorders Schiller en zijn ‘Wilhelm Tell’, Goethe en zijn ‘Faust’ kennen.
Het bestuur van den Tak ging voort met te werken voor de afdeeling ‘Vreemdelingenverkeer’ en zond op 15 December een verzoekschrift naar den Gemeenteraad tot het bekomen eener stadstoelage voor de bekendmaking der Mechelsche beiaardconcerten; de bespreking, die daarover in de eerstvolgende Raadszitting ontstond, bewees dat op de medewerking van de gemeenteoverheid mag worden gerekend en dat een milde geldelijke ondersteuning mag worden verwacht. Die uitslag is te danken in de eerste plaats aan den heer Hertsens, die de vraag zoo krachtig verdedigde in den Raad, alsook aan zijn collega's, den volksvertegenwoordiger Van de Walle en Mr. Van Hoorenbeeck, leden van den Tak.
Bijna gansch de maand Januari werd besteed aan het voorbereiden der vertooning van ‘Kaatje’ welke door den Tak ingericht werd, met medewerking van het Kon. Ned. Tooneel uit Antwerpen. Die vertooning, op Dinsdag 26 Jan., was een ware triomf.
Het stuk van Paul Spaak, alhoewel oorspronkelijk in het Fransch geschreven, is een warm pleidooi voor het grondbeginsel der Vlaamsche Beweging: ‘Geen rijker kroon dan eigen schoon’. Niet alleen door zijn innerlijke waarde, maar ook door de uitnemende wijze waarop het gespeeld werd en ook door de goed verzorgde tooneelschikking - waartoe de Mechelsche firma Ardouillie het hare bijdroeg door het afstaan van de mooie meubels - maakte het stuk op het talrijk en uitgelezen publiek een grooten indruk.
In de afd. ‘Hooger Onderwijs voor het Volk’