Groet aan Nederland.
De heer J.R. Planten Consul-Generaal der Nederlanden te New-York, schonk aan elk der leden van de Nederlandsche Vereeniging ‘Eendracht maakt Macht’ aldaar, een exemplaar van den scheurkalender ‘Mooi Nederland’.
Dit gaf den heer W. van der Hoeven te New-York aanleiding Z.H.E.G. den volgenden groet aan Nederland op te dragen:
Mooi land van dijk en duin en vriendelijke beemden,
Ontwoekerd aan de zee, veroverd voet voor voet;
Geen macht op aarde kan mijn hart van U vervreemden,
En uit dat hart grijp ik des zangers groet.
Des zangers groet, maar ach, hoe zwak zijn toonen,
Hoe arm de hal, hoe klein der woorden schat;
Wil, Muze, zoo hij zondigt, hem verschoonen,
Vergeef hem veel, die veel heeft liefgehad.
Heeft liefgehad, en nog, nog zijn hem lief Uw heiden,
Met wisselend kleurenspel van groen en bruin,
Uw velden waar de vruchtre kudden weiden,
Uw statig hout, Uw glooiend, mollig duin.
Uw mollig duin, waarin de visscherskindren stoeien,
Wier vaders, trots der moeders ach en wee!
Hoe ook de branding schuimt, hoe ook de wind mag loeien,
Hun daaglijksch brood gaan delven uit de zee.
De zee, O Nederland! die, van Uw bondgenooten
De oudste en trouwste, vaak U redding bracht,
De draagster van Uw kloeke corlogsvlooten,
Het bolwerk tegen vreemde overmacht.
Land onzer vaadren, met Uw grootsch verleden,
Klein op de kaart, eens machtig met dat al,
Bedenk, dat in 't ontkiemend zaad van 't heden
De oogst ligt, dien de toekomst brengen zal.
Dan volgen er nog eenige regels om den gever dank te brengen, eindigend met de woorden:
Nooit vergeten, altijd eeren, mooi en dierbaar Nederland.