eigen taal brengen, vertrouwt dat blad, en 't haalt een koeplet aan uit Ons eige Lied, een van de zes:
De Volkstem is zeer met de liedjes ingenomen, en schrijft:
‘Er is niets vreemds of gezochts in, maar ze zijn eenvoudig, zoals de woorden zijn, zoetzangerig. En de muziek is zo maklik dat 't zich geredeltk laat spelen. Natuurlijk moet men niet verwachten om van Sannie Beyers b.v. de oude, hier te lande welbekende melodie te horen, en ook niet van Antje Schut. Men heeft hier de oude woorden op nieuwe muziek, en muziek - dit zij erbij gezegd - die o.i. netzo mooi is, indien niet beter.’
Maar zal dit de verspreiding niet belemmeren, dat nieuwe wijzen oude, welbekende moeten vervangen, al zijn ze net zoo mooi of zelfs beter als de oude?