Neerlandia. Jaargang 13
(1909)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdEindhoven.27 Januari treedt mevr. Top van Rhyn-Naeff voor deze Afdeeling op. Ter afwisseling zal ook een zangeres zich doen hooren. | |
Haarlem ‘Jong Nederland’.In de maand December hield Dr. Lingbeek, uit Arnhem, een voordracht over Zuid-Afrika. Een onzer Haarlemsche couranten schrijft daarover het volgende: Veel jongelui bij elkaar in de koffiekamer van de Kroon, een aardig opwekkend publiek voor Dr. M.S. Lingbeek, vroeger te Pretoria, nu te Arnhem woonachtig, die zou spreken over Zuid-Afrika. Vooral voor de jongelui, die tegenwoordig in briefwisseling zijn met Afrik. jongens en meisjes - een nieuwigheid, uitgaande van het A.N.V., die veel opgang maakt - was 't belangrijk iets te hooren omtrent het land, waarheen ze schrijven. Een paar verdienstelijk gespeelde muziekstukjes van twee leden (viool en piano) gaven een aardige afwisseling. Spreker vertelde eerst de historie van de Kaap van de ontdekking af (door de Portugeezen) tot nu toe, met sprongetjes, maar nu en dan schilderend als b.v. den Jameson-inval, die voor menigeen veel klaarder werd en begrijpelijk, daarop volgden eigen indrukken vlak na dien inval tot den oorlog; beschrijving van hooggaand nationaal leven, diepe inzinking en weer omhoog komen van het volk, dat met zijn karakter vol geduld en volharding door de eindelooze vlakte, de ijle zonnige lucht (spreker las voor dat mooie vers van Cellier ‘Die Vlakte’) met zijn humor, met zijne behoedzaamheid en beleid door den strijd met inboorling en roofdier ontwikkeld; het volk dat met al die eigenschappen zich weer zou opheffen en daarmee al druk bezig was. De Boeren waren ook de eenigen, die goed met Kaffers wisten om te gaan. En spreker wees ook op wat het Hollandsch element daar al niet gedaan had en nog kon doen. Er werden vele punten aangeroerd die voor uitvoering vatbaar waren: als het voor ons zoo opwekkende, dat er meer en meer vraag komt naar Nederlandsche onderwijzers; als de geweldige toeneming van de studie en kennis van het Nederlandsch sedert de vereenvoudigde spelling er de algemeene geworden is en het werken met succes, om daarnaast, niet er tegenover de Afrikaansche taal te gebruiken. Het was een rijke avond en een algemeene toejuiching beloonde terecht den spreker. | |
Leidsche Studenten-Afdeeling.Getreden uit het bestuur: de heeren A.Th. Neeb, J.J. van Walsem en P.E. Gorke. Gekozen tot bestuursleden: de heer R. van Eecke, mej. M. van Leyden en de heer J.A.G. de Vos van Steenwijk. | |
Rotterdam ‘Jong Nederland’ gesticht.Op Zaterdag 19 December 1908 werd te Rotterdam een vergadering gehouden tot oprichting van een Jongelieden-Afdeeling aldaar. Na een korte inleiding van den heer A.L. van Blommestein, die er op wees welke plaats de Jongelieden-Afdeelingen in het Verbond innemen, sprak Prof. Te Winkel, uit Amsterdam, die zich welwillend bereid verklaard had op deze oprichtingsvergadering het doel van het Verbond en de middelen tot bereiking er van, in korte trekken ken te schetsen. Vooral wees hij er op wat de Jongelieden-Afdeelingen konden doen; werken voor de Boeken-Commissie, voor de Postzegelafdeeling, voor daadwerkelijke bevordering van het Nederlandsche lied en tot onderhouding van het verband tusschen de leden, gezellige bijeenkomsten. Het resultaat was, dat zich van de vrij talrijke aanwezigen 43 als lid opgaven; voorwaar een goed begin. Om van hun groote belangstelling in de oprichting blijk te geven waren 3 bestuursleden van de Afdeeling vaa ouderen aanwezig en de voorzitter van de Amsterdamsche Jongelieden-Afdeeling. | |
Studenten-Afdeeling Wageningen.De vorige maand trad de heer Em. Hullebroek voor deze Afdeeling op. Het eerste gedeelte van zijn voordracht wijdde hij aan een beschouwing over de ontwikkeling van het Vlaamsche volkslied. | |
[pagina 11]
| |
Telkens wisselde spreker zijn voordracht af met het zingen van een oud liedje, zooals ‘De twee Koningskinderen’, Het looze Visscherken’, ‘Het Kwezelken’. Na de pauze zong Hullebroeck zijn eigen composities, uit elk van de zes reeksen twee. De zanger oogstte daarmee levendigen bijval. Vooral ‘Marlsentje’ viel erg in den smaak. Daarna volgden nog twee studentenliederen, die ook zeer werden toegejuicht. Mevr. Hullebroeck begeleidde haar echtgenoot op de piano. Het batig saldo van dezen avond is afgedragen voor de noodlijdenden op Curaçao.
Mooi Nederland, uit het werk van A. Prell (zie blz. 6).
| |
Afdeeling Zaanstreek.Deze Afdeeling gaf den 16en December een Vlaamschen kunstavond. De heer Ach. E. Daled, directeur van 't Stedelijk Museum te Brugge hield een zeer belangrijke voordracht met prachtige lichtbeelden, welke de toehoorders zeer scheen te boeien. Tot afwisseling zong de heer Orelio op zijn bekende geestige manier, aardige Vlaamsche liedekens. Hij had de beleefdheid aan te vangen met het nieuwe Alg. Ned. Verbondslied, hetwelk naderhand in de pauze door jonge dames aan 't publiek te koop werd aangeboden. De heer Orelio werd op zeer verdienstelijke wijze begeleid door mej. C. Verkennis, Zaandam, wie daarvoor een welverdiende bloemenhulde van 't bestuur en de toejuiching van 't publiek ten deel viel. Zoowel de heer Daled, door zijne onderhoudende wijze van vertellen, als de heer Orelio verwierven veel bijval; de avond mag dan ook zeer geslaagd heeten. De zaal was met vlaggendoek en groen aardig versierd. |
|