Alleen het mededoen aan dit werk is op zich zelf reeds verdienstelijk, en nog slechts een zeer luttel aantal Nederlanders nemen daaraan deel. Pioniers op dit gebied zijn op dit oogenblik, de heeren Pennings en Bijl, die te Calioub als zendelingen zijn gevestigd. Vooral het weeshuis door den heer Pennings opgericht verdiende meer steun uit Nederland dan het thans geniet.
Op het gebied van nijverheid moet ik wijzen op het groote aannemingswerk in het Suezkanaal, van de bekende firma Volker & Bos. Onder leiding van den heer C.H. Kraayeveld is daar eene belangrijke nederzetting van Hollanders bezig verbetering aan te brengen in het kanaal.
Te Luxor woont de heer J.H. Insinger, die sedert een kwart eeuw inwoner is geweest van dit land.
Overigens zijn er bijna geen Nederlanders hier. Daardoor is het ook tot voor korten tijd niet mogelijk geweest Nederlanders te vinden voor het Consulaire corps. Dat, toen daarin verandering kwam, onze regeering toch geen Nederlander als Consul te Cairo aanstelde bij het openvallen eener zoodanige betrekking, is een van die raadselachtigheden, waarvan eene regeering zich nu eenmaal niet schijnt te kunnen onthouden.
Op welk gebied kan zich nu een Nederlander economisch in Egypte bezig houden? hoor ik reeds den man van zaken vragen, en voor dezen is mijn antwoord als volgt:
Egypte is in de eerste plaats geschikt voor den landbouw, een land met bij uitstek vruchtbaren bodem, waar de aarde met goud terug geeft, wat gij in zilver daarin belegt. Voor den landverhuizer, den man met kleine middelen, die met eigen arbeid zich wil opwerken is hier slechts een zeer beperkt arbeidsveld. Het klimaat in de wintermaanden verrukkelijk, is in den zomer ongeschikt voor den Europeeschen boer. Maar voor enkele goed onderlegde landbouwers, die hier op jeugdigen leeftijd komen, eerst eene ondergeschikte betrekking zoeken bij een groot grondeigenaar en dan na zich het Arabiesch volkomen machtig te hebben gemaakt, voor eigen rekening zich gaan bezig houden met tuinbouw, maar vooral boomkweekerij en vruchten veredelend, is een goede toekomst weggelegd.
Want zij zijn dan in staat te laten werken den inlandschen arbeider, den fellah, die goede behandeling zeker op prijs zal stellen, en zoo men hem in de winst laat deelen en goede adviezen weet te geven om de opbrengst van den bodem te verhoogen, een ijverig dienaar zal wezen voor zijn werkgever. De fellah is ijverig en spaarzaam, zoomede voor rede vatbaar, wanneer hij weet te doen te hebben met iemand, die de taal des lands volkomen machtig is en zijne zeden en gewoonten begrijpt.
Een Engelschman met geringe middelen hier gekomen, doch op de hoogte van zuivelbereiding heeft zich een fortuintje gemaakt met eene melkerij.
Maar veel is hier te doen voor groot kapitaal, dat zich bezig houdende met het beheer en meer productief maken der groote domeinen van Pachas en Beys en het invoeren in samenwerking met dezen van landbouw-industrie, minstens even goede resultaten zou kunnen bereiken, als dergelijke instellingen in Indië bereikt hebben.
Kwam eene dergelijke groote handel- en landbouw-maatschappij voor Egypte tot stand, dan zou weldra voor heel wat jeugdige Hollandsche werkkrachten hier een arbeidsveld geopend worden. Voor dergelijke instelling is bovendien de Soudan een nog maagdelijk veld, en wat daar bereikt kan worden op landbouw-industrieel gebied, zoomede op dat van het mijnwezen, is niet te beschrijven zonder den schijn op zich te laden van overdrijving.
Als Vertegenwoordiger te Cairo stelt ondergeteekende zich steeds gaarne ter beschikking van leden van het A.N.V. om inlichtingen te verstrekken over Egypte en de Soudan. Moge daarvan door velen gebruik gemaakt worden, opdat een zittingsdag in de toekomst een uitslag geve, die bewijst dat Nederland ook in deze streken mede wil doen aan den strijd op handelsgebied.
De Vertegenw. van het A.N.V. te Cairo:
TH.F. VAN VLOTEN.
Cairo, 21 November 1908.