Neerlandia. Jaargang 12

[p. 205]

Aan het volk van Nederland.

Niet dan noode komen wij tot U!

Het volk van Curaçao, door droogten en misoogsten in de harde school der armoede groot geworden, zou ook thans Uwe hulp niet durven inroepen, zoo de nijpende nood niet daartoe dwong.

De algemeene ellende onder stad- en landbevolking, ten deele slechts gelenigd door regeeringshulp, kan alleen door particuliere ondersteuning der weinige gegoede burgers in de kolonie Curaçao niet worden verzacht, maar vraagt ook dringend de medewerking der meer gegoede bevolking in Nederland.

Duizenden Nederlandsche onderdanen, onmiddellijk en middellijk getroffen door de maatregelen van Venezuela, lijden gebrek en staan bloot aan ontberingen, die diep medelijden wekken.

Dat aan den vreeselijken toestand door het beleid onzer Regeering een einde zal komen, betwijfelen wij niet, maar de dagen en weken gaan voorbij en de ellende wordt steeds grooter. Helpt ons, stelt ons in staat om aan den grootsten nood het hoofd te bieden en het volk van Curaçao zal met dankbare erkentelijkheid zegenen zijne broeders in het verre Moederland.

Het Bestuur der Groep Nederlandsche Antillen van het Alg. Ned. Verbond,

(w.g.) H.J.Th. Boomgaart, Koloniale Ontvanger, Voorzitter.

J.C. Wahle, Roomsch-Katholiek Geestelijke, Onder-Voorzitter.

C.S. Gorsira J.P. Ezn., Voorzitter van de Curaçaosche Hypotheekbank, Secretaris-Penningmeester.

Ed. Lansberg, Praktizijn bij het Hof van Justitie, Bestuurslid.

L.v.d.V. Zeppenfeldt, Advokaat-Generaal, Bestuurslid.

J. Möller, Oud-Gezagvoerder van St. Martin, Bestuurslid.

H.P. de Vries, Vertegenwoordiger K.W.I. Maildienst, Bestuurslid.

M.C. Henriquez, Quarantainedokter, Bestuurslid.

Moses S.L. Maduro, Lid v.d. Kamer van Koophandel en Nijverheid, Bestuurslid.

Curaçao, 18 September 1908.

Toelichting.

Toen in Augustus de berichten uit de kolonie Curaçao van steeds ongustiger verhoudingen en van nijpend gebrek spraken, werden door het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond de eerste stappen gedaan tot het verkrijgen van hulp voor onze in nood verkeerende stamgenooten. Voor dit plan was echter de medewerking van de Groep Nederlandsche Antillen van het Verbond noodzakelijk. Deze werd eerst dezer dagen verkregen, en zoo kunnen wij eerst nu den ‘oproep om steun’ tot het Nederlandsche volk brengen, die reeds uit de Curaçaosche bladen is overgenomen.

Inmiddels was reeds door de vereeniging ‘Oost en West’ een beweging op touw gezet om onze kolonie in haren nood te helpen. Van mededinging met deze poging, die door ons zoo zeer werd gewaardeerd, was geen sprake. Gelukkig verzekerde de vereeniging ‘Oost en West’ ons hare medewerking, en komen wij dan nu tezamen tot het Nederlandsche volk met de bovenstaande bede om steun, ons toegezonden door het bestuur van de Groep Nederlandsche Antillen van het Algemeen Nederlandsch Verbond, in overleg met en onder toestemming van Z.H.E.G. den heer Gouverneur van Curaçao.

Na al wat over den nood in onze kolonie geschreven is, behoeven wij hieraan niet veel toe te voegen. Hoe groot de behoefte is, blijkt tenduidelijkste uit alle berichten, die uit Curaçao tot ons komen. En deze zijn niet overdreven. Integendeel, veel wordt met kalme woorden gezegd, wat met felle kleuren had kunnen worden geschilderd. Men begrijpe wat het zegt, dat de levensmiddelen in onze reeds zoo verarmde kolonie zeer duur zijn geworden, dat den handel stil staat, dat de mindere man btttere armoede lijdt, dat de scheurbuik begint te heerschen, dat het meest noodige begint te ontbreken......

Laat dan het Nederlandsche volk toonen, dat het nog hart voor zijne stamgenooten heeft, en dat het wil helpen met wat hier op het oogenblik het meest van noode is, met ruime gaven om den nood te lenigen. Daardoor zal op het oogenblik de moed in Curaçao kunnen herleven, zal de crisis kunnen worden overwonnen, zullen nieuwe wegen kunnen worden gevonden om de vroegere welvaart weer te doen herleven - daardoor zal onze oude, zoo zeer aan het Moederland gehechte kolonie voor ondergang kunnen worden behoed.

[p. 206]

Het bestuur van de Groep Nederlandsche Antillen, de onderteekenaars van den oproep uit Curaçao, hebben zich beschikbaar gesteld om voor de juiste verdeeling van de ingekomen gelden te zorgen. Als mannen van invloed en uitstekenden naam, die den toestand in de kolonie door en door kennen, zijn zij zeer zeker de juiste personen om de gelden op de meest doelmatige wijze te kunnen verdeelen. Wij kunnen ons derhalve met gerustheid aan hun beleid toevertrouwen.

Laat het Nederlandsche volk eendrachtig toonen iets over te hebben voor de door Nederland gestichte en bestuurde koloniën, waar deze door gebrek en hongersnood bedreigd worden.

Mogen de gaven in ruime mate vloeien.

De heer C. van Son, administrateur van het Algemeen Nederlandsch Verbond te Dordrecht, Wijnstraat 81, stelt zich beschikbaar de gelden in ontvangst te nemen.

De afgevaardigden der Groep Ned. Antillen in het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond,

(w.g.), Dr. J. Boeke, Leiden.

Luitenant J.A. Snijders Jr., Amsterdam.

De vereeniging ‘Oost en West’ had door hare oproeping in het ‘Koloniaal Weekblad’ van 10 Sept. 1908 reeds ruim f 400 ontvangen voor de noodlijdenden in Curaçao, toen van wege het bestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond te harer kennis kwam de roepstem uit Curaçao tot het volk van Nederland.

Dankbaar jegens de milde gevers, die aan hare oproeping gehoor hebben gegeven, meent zij, dat het zeker ook hunne goedkeuring zal wegdragen, dat, nu het Algemeen Nederlandsch Verbond besloten heeft zoo krachtig mogelijk gevolg te geven aan de opdracht der Groep Nederlandsche Antillen, de vereeniging ‘Oost en West’ zich ten deze aansluit bij het Algemeen Nederlandsch Verbond.

Door vereende krachten vleien wij ons met eene schoone uitkomst.

Het Hoofdbestuur der Vereeniging ‘Oost en West’,

(w.g.) C.R. Bakhuizen van den Brink, Voorzitter.

L.A. Bakhuis, Onder-Voorzitter.

E. van Assen, Secretaris.

A.A.C. Harting, Penningmeester.

Mevr. M. ten Bosch - Bosscher.

Mevr. J.E. v. Oeveren - v. Schaik.

Th.J.A. van Zijll de Jong.

Mr. J.H. Smeenge.

Th. Almerood.

T. Gerdes Oosterbeek.

O.H. Kuyck.

L.A.H. Lamie.

J.C. van Reijn.

Prof. Mr. J.E. Heeres.

J.L. Pierson.

Jhr. Mr. J.L.W.C. von Weiler.

Het Hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond brengt bovenstaanden oproep ter kennis van het Nederlandsche volk en wekt iedereen op naar zijn krachten bij te dragen tot leniging van den nood, waarin onze stamverwanten op Curaçao verkeeren.

Namens het Hoofdbestuur,

Dr. H.J. Kiewiet de Jonge, Voorzitter.

Mej. E. Baelde, Onder-Voorzitster.

Mr. W. Dicke, Secretaris.

Dordrecht, 27 October 1908.

Naschrift.

Reeds spoedig na het verschijnen van het verzoek om steun werd in het Alg. Handelsblad de waarschijnlijke vorming van een voorloopig comité in Amsterdam aangekondigd, dat zich met het inzamelen van giften zou belasten. Dat dit plan ten zeerste door ons werd toegejuicht, behoeft geen betoog. Slechts door dergelijke plaatselijke medewerking is er kans op slagen. Helaas schijnt het bij het goede voornemen gebleven te zijn. Tenminste verdere berichten hieromtrent zijn niet verschenen.

Slechts zond de heer Hamelberg een ingezonden stuk in, waarin hij het te vormen comité in overweging gaf, zich ook met een blijvende verbetering van den toestand bezig te houden. Voorzeker een welgemeende en goede raad. Moge daardoor echter het hoofd doel van de beweging niet voorbij gezien worden. Wat er nu noodig is, is geld, ruime gaven, om in den eersten dringenden nood te voorzien. Eerst als die nood gelenigd is, kan naar verdere verbeteringen worden uitgezien. Maar late men nu alle krachten inspannen tot het bereiken van het hoofddoel, tot het geven van ruimen geldelijken steun.

Red.