Naklank van den Zeilwedstrijd te Sneek.
Neerlandia, dat zich altijd beschikbaar stelt, telkens, wanneer het geldt Nederland's belangen te steunen, had ook in het Juni-nr. eene aankondiging opgenomen van het Sneeker hardzeilen, door den heer dr. Th. Dokkum zoo aantrekkelijk beschreven, da mij de lust bekroop de lange reis te ondernemen om dien wedstrijd te kunnen bijwonen. Laat ik maar van den beginne af zeggen, dat ik mijn geld niet weggegooid heb en dat ik nooit berouw van mijn tochtje zal hebben.
Dank zij de bereidwilligheid van den heer Dokkum (waarvoor ik hem hier nogmaals mijn dank betuig) was mij een uitstekend onderkomen voor twee nachten voorbehouden in het op die dagen van vreemden opgepropte stadje Sneek en waren alle feestelijkheden mij toegankelijk gemaakt. Die aftocht van die honderden mooi versierde zeilbootjes van Sneek naar de Meer, waar de wedstrijd plaats vond, die drukte, die leut en dat gewemel rond de plaats van afvaart, dat heerlijke gezicht op de Meer zelf en het meer dan sprookjesachtige van den goed bezetten dansvloer op het eiland-feestterrein, waar de jonkheid zich deftig vermaakte, dat alles zal nog lang frisch in mijn geheugen blijven als eene zoete herinnering aan mijne reis naar Friesland. Daarom is ook mijn eenig antwoord aan al wie me vraagt hoe me die reis in het Noorden van Noord-Nederland bevallen is: Ga er heen, land, volk, beschaving zijn er zoo almachtig verschillend van de onze, zoo typisch, dat uwe reis u geene ontgoochelingen zal berokkenen.
Terloops zij hier ook dank gebracht aan den heer Mr. Hijmans te 's Gravenhage, die mij door herhaald schrijven, volledig inlichtte omtrent mijne reisplannen en de aanbevelingswaardigste adressen meedeelde van hôtels en kosthuizen.
ERN. VAN SOEST.
Hasselt (België), Sept. 1908.