Neerlandia. Jaargang 12
(1908)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Rhijnsche Zending op Sumatra.In de ‘Reformite Kirchen Zeitung’Ga naar voetnoot*) van 16 Aug. j.l. (No. 33) komen zeer belangrijke mededeelingen voor, over het werk der Rhijnsche Zending onder de Batah's. Vooral een besluit genomen in de vergadering der Rhijnsche zendelingen van 12 tot 19 Febr. gehouden te Si Poholon (Batahlanden) mag wel onder de aandacht gebracht worden. Wij vertalen hetgeen daarover in het blad gezegd wordt: ‘Van bizonder gewicht is ook nog het besluit tot het oprichten, in Si Lindoeng, eener school waar alle vakken met behulp van de Nederlandsche taal onderwezen zullen worden (mit holländischer Unterrichts sprache). De vergadering werd daartoe genoopt door de bestaande strooming onder de Batah's, die naar meer ontwikkeling verlangen. Op zich zelf is dit een verblijdend teeken, al zullen daarbij ook menige minder gewenschte verschijnselen voor den dag komen. Aan dit verlangen naar ontwikkeling moet de zending tegemoet komen, indien zij hare taak, welke haar door den tegenwoordigen stand der zending wordt gesteld, niet miskennen wil’. Verder zij medegedeeld, dat op die vergadering, waar 42 van de 50 in de Batahlanden bescheiden zendelingen tegenwoordig waren, bleek, dat er nog behoefte bestond aan 4 nieuwe krachten, om de meest noodige plaatsen te bezetten en de belangrijkste en meest dringende nieuwe plannen op touw te zetten. Volmondig werd erkend, dat - hoe verscheiden de taak der N.-I. Regeering en die der zending ook zij - in vele zaken beide hand in hand gingen; dat de zending veel aan de Regeering te danken heeft; dat deze en vele harer ambtenaren de zending als medearbeidster aan de opheffing des volks met open armen begroetten, en dat de Regeering veelal gemakkelijk baan maakte aan de zending en haar vele moeielijkheden hielp overwinnen. De geheele vergadering erkende, dat de Nederl. Regeering aan de Rhijnsche Zending groote belangstelling toonde en menigen belangrijken dienst bewees. Niet onvermeld mag ook blijven, dat de zendelingen 't er allen over eens waren, dat ook de ontwikkeling der Batah'sche vrouw van het grootste belang moet worden geacht, omdat in hare handen het grootste deel van de kinder-opvoeding ligt. In twee gemeenten Pea Radja en Lagoeboti zijn zusters aangesteld, die de ontwikkeling der vrouwen en meisjes zich tot taak hebben te stellen. Meer kon voorshands niet worden gedaan.
(Met groote ingenomenheid maken wij melding van deze gunstige mededeelingen, omdat 1o. daaruit blijkt, dat vroegere berichten omtrent verduitsching der Batah's nu wel geheel tot het verledene zullen behooren; 2o. van deze geachte zijde, waar door herhaalde aanraking met het binnenlandsch bestuur juist geoordeeld kan worden, nu eens niet op minder aangename wijze over de N.-I. Regeering gesproken wordt; en 3o. blijkt hoe hoog en hoe verlicht de Rhijnsche Zending de haar zelve gestelde taak opvat. Voor die weldadige aanrakingen en samenwerking tusschen zending en bestuur mag voorzeker den, helaas overleden, Resident Welsink voor een zeer groot deel dank gebracht worden. Red. Neerl.) |
|