Een kluifje voor het Alg. Ned. Verbond.
‘Wij ontvingen per mail eenig drukwerk van het Ministerie van Landbouw, Nijverheid en Handel. Beplakt met een postzegel staat er op het groote couvert nog met vette letters te lezen Franco, wat geen zuiver Nederlandsch woord kan worden genoemd Maar daarneven staat, nog vetter gedrukt, zwaar onderstreept: “Imprimés”. En dat arriveert dan per Engelsche mail!
Internationaal, wablief? En het leuke van het geval is, dat geen enkel buitenlander dat Franco of Imprimés gelezen heeft, want het betreffend couvert is in Den Haag in een postzak gestopt, waar het te Penang door den Nederlandschen postagent voor het eerst pas weer uitgehaald is, die het doorzond naar het Ned.-Ind. postkantoor hier te stede.
Maar het staat gewichtig: Franco, Imprimés, dát valt niet te ontkennen’.
Bovenstaand stukje komt in de Deli-Courant voor. Neerlandia waardeert de goede bedoeling.
Maar laat ons noch onder de keerkringen, noch op het Noordelijk Halfrond overdrijven.
Als Deli-Courant goed is, waarom deugt franco dan niet? Wie zet er op zijn brieven vrachtvrij? Op kisten en pakken, dan wel.
Imprimés is iets anders. Zonder het te weten evenwel, durft Neerlandia veronderstellen, dat hier ongewild verzuim, althans geen opzettelijke bedoeling heerscht. Landbouw, Nijverheid en Handel is gelukkig te wakker en te Hollandsch tegenwoordig om vreemdeling in eigen land te willen schijnen.
Neerlandia wordt daar gelezen; zeker zal dat zijn uitwerking hebben.