Holland op zijn malst.
Voor een paar dagen las ik in Mark Twain's kluchtig geschreven boek ‘The Innocents abroad’ een passus, waarin de schrijver de Amerikanen over den hekel haalt, die, wanneer zij in Europa reizen, hunne taal niet meer willen herkennen. Hij geeft het volgende voorbeeld:
‘Er zijn Amerikanen in Italië die waarachtig hunne moedertaal in drie maanden tijds vergeten hebben. Ze kunnen zelfs hun adres niet meer in het Engelsch in een hotel-register schrijven. Ik laat hier de bewijzen volgen, die ik woordelijk uit het register van een hotel in eene zekere Italiaansche stad, opteekende:
L. Ainsworth, travailleur (hij bedoelde klaarblijkelijk reiziger), Etats Unis;
George P. Horton, et fils, d'Amérique;
Lloyd B. Williams, et trois amis, ville de Boston, Amérique;
Ellsworth Baker, tout de suite de France, place de naissance Amérique, destination la Grand Bretagne’.
Erger dan deze kinderen van Uncle Sam, zijn sommige Nederlanders die, in hun eigen land, blijken willen geven, dat zij het Fransch machtig zijn en zich dan toch zoo belachelijk aanstellen dat, wisten ze hoe er mede gelachen wordt, ze tot over de ooren rood van schaamte zouden worden. Zoo zag ik onlangs een visietkaartje, waarop een Nederlander zijn rouwbeklag mededeelde aan een Belgisch vriend, met het woord: ‘Pour contrôler’.
Advertenties als: ‘Vraagt reiziger of agent, bekend met de branche en goed ingevoerd bij de solide cliëntèle’ zijn al even bespottelijk.
Dankend voor de plaatsruimte.
Uw dw.,
EM. VAN SOEST.
Hasselt.