Zuid-Afrika.
Afrikaansch Hollandsch.
In het vorige nummer van Neerlandia ontleenden wij aan Ons Land het een en ander over het Beknopt Nederlands Woordeboek voor Zuid-Afrika, bewerkt door Hubertus Elffers en dr. W. Viljoen. We hadden, zooals we toen zeiden, het boek zelf nog niet gezien, dat hebben we nu wel, en tot ons genoegen en tot ons leedwezen beide bemerken wij, dat wij, op een onvolledige aanhaling van Ons Land afgaande, de bewerkers van het woordenboek onrecht hebben aangedaan. Dit spijt ons, maar 't doet ons genoegen dat wij 't kunnen verbeteren.
Ons Land zei, dat alle woorden en uitdrukkingen waren opgenomen, die in Zuid-Afrika burgerrecht hebben verkregen, en noemde eenige anglicismen als pavement, freetrader, notice-board, juts enz.
We achtten het toen bedenkelijk, dat 't Woordeboek aldus zijn gezag leende aan woorden, waarvoor er (ook in Zuid-Afrika) goede van Nederlandschen stam bestaan. Maar nu blijkt ons, dat de bewerkers dergelijke anglicismen niet hebben opgenomen omdat zij in Zuid-Afrika burgerrecht hebben verkregen. Allerminst. Want wat zeggen zij in de voorrede?
‘Wat het opnemen van talrijke engelse woorden aangaat, di men in dit handboek aantreffen zal, is het geenszins ons doel geweest, di richting daarmede te steunen, welke zijn heil zoekt in het mengen van de twee onder ons gangbare talen; integendeel, wij hebben ons bevlijtigd, van dergelijke woorden, voor zo ver het mogelik was, het echt nederlandse ekwivalent aan te geven, ten einde de zuivering van het Hollands hier te lande, welke velen zich op loffelike wijze tot taak gesteld hebben, mogelik te maken en in de hand te werken. Het bestaan van een zeer groot aantal anglicismen en andere barbarismen, vele waarvan op burgerrecht aanspraak maken en bijna algemeen als geldig erkend worden, geeft tot vragen aanleiding, waarop vooralsnog niemand het antwoord vermag te geven; ons doel echter is geweest, aan te tonen, dat de meeste van dergelijke uitdrukkingen in de volksmond door betere, zuiverder, erkend nederlandse mogen worden vervangen; tevens hopende, dat het opnoemen ervan tot di gewenste vervanging gereder aanleiding geven zal’.
Zoo opgevat, kunnen die anglicismen in een Nederlandsch woordenboek voor Zuid-Afrika veel goed doen.
Nu een commissie hier in Nederland verklaard heeft er geen gat in te zien - haar taak wellicht te theoretisch opvattende - een dergelijke lijst van babarismen met gelijkwaardige Nederlandsche woorden samen te stellen, zooals op de vergadering van Groep Nederland te Amsterdam is gebleken, en de Kleine Taalzuiveraar, een woordenlijst die hetzelfde wil geven, al te gebrekkig is, rijst de vraag of het woordenboek van Elffers en Viljoen niet een praktisch voorbeeld is, hoe zoo'n lijst van barbarismen bruikbaar is samen te stellen.