Advertentie-Nederlandsch in ‘Ons Volksbestaan’.
De heer M. van Doorninck te Sitoebondo (Besoeki, Java), lid van Groep Nederl. Indië, wendt zich tot de Redactie van Neerlandia met een schrijven, waarin hij aan zijn ergernis lucht geeft over ‘het ellendig, slechte Nederlandsch, of liever het on-Nederlandsche der advertenties’ in ‘Ons Volksbestaan’, terwijl hem, in antwoord op een in No. 8 van ‘O.V.’ ingezonden stuk over die aangelegenheid werd gemeld, dat zijn opmerking ter harte zou genomen worden, en ‘in 't laatst verschenen nummer’ van ‘O.V.’ werd gezegd, dat de Redactie ‘den adverteerders zal verzoeken voortaan zooveel mogelijk Nederlandsche woorden te gebruiken’.
De schrijver is daarmede niet tevreden en heeft nu verzocht, dat hem ‘O.V.’ niet meer worde toegezonden, terwijl hij zich opnieuw als beschermend lid van Groep Nederland wenscht opgenomen te zien.
Wij zijn den heer v. D. erkentelijk voor zijn steun en streven en wij kunnen ook wel komen in zijn ergernis, maar moeten er toch op wijzen, dat de Red. O.V. (zie haar naschrift op bldz. 284, No. 10) zich ook kant tegen het overbodig gebruik van vreemde woorden. De strijd daartegen moet en wordt ook gevoerd, maar het euvel is niet in korten tijd uit te roeien. Zelfs in Nederland is die strijd nog lang niet uitgevochten.
Red.