Uit Natal.
Geachte Redactie,
Gelieve mij te vergunnen nog een kleine plaatsruimte in uw blad te vragen.
Ik ontving naar aanleiding van mijn schrijven, voorkomende in 't September-nummer zoo veel brieven en circulaires om inlichtingen enz., dat, wanneer de volgende post mij weer dezelfde hoeveelheid brengt, ik allen onmogelijk kan beantwoorden.
De schrijvers van brieven omtrent het naar hier zenden van goederen en verdere inlichtingen daaromtrent, kan ik verwijzen naar den WelEdelen heer Pollitzer, Consul der Nederlanden te Durban, welke ongetwijfeld de gevraagde inlichtingen kan verstrekken, of tot den agent van Natal in Londen, welke eveneens inlichtingen verschaft.
Ik zelf, ofschoon zeer gewillig iets te doen voor mijne landgenoten, woon te ver in het binnenland, en mijne goederen krijg ik van Durban. Mijn naaste spoorstation is Vrijheid en van daar neemt het nog drie dagen per wagen om de goederen hier te krijgen.
Bovendien verkoop ik te weinig om zelf in te voeren van Europa uit en kan dus van de Nederlandsche fabrieken, behalve een zeer enkele uitzondering, niets betrekken. De handel, welke ik drijf is meest met inboorlingen en bestaat in het verkoopen van zachte goederen, zooals gedrukte katoentjes z.g. German prints, galatea, denims, cashmere, wollen en katoenen dekens, goedkoope manskleeren, voornamelijk jacket (baatjes), kralen omslagdoeken of shawls, gekleurde garens, enz.
Voor ons in de Buitendistrikten is het buitendien moeilijk om goederen in te voeren, aangezien de inboorlinger erg kieskeurig zijn wat kleuren en soort betreft van dekens of goederen, welke zij omslaan of aantrekken.
Hier bijvoorbeeld wonen midden tusschen de Zoeloes eenige duizenden Basoetoes, welke door de Engelschen om politieke redenen daar zijn geplaatst. Heeft men nu een bezigheid op de grens van beide stammen, of niet ver daar vandaan, dan moet men een kolossalen voorraad goederen hebben, want dekens van soort en kleur als door de Basoetoes gedragen worden, zal men niet kunnen kwijt raken aan een Zoeloe. Men kan hem de beste Basoetoe-deken present doen en hij zal ze met verachting afwijzen. Evenzoo gaat het met kralen hoofddoeken, spelden en andere dingen, welke Zoeloes dragen. Die kan men niet verkoopen aan de Basoetoes. Wij moeten hqn-derd en nog wat artikelen in voorraad hebben en deze telkens in kleine hoeveelheden in Durban koopen, want kocht men groote hoeveelheden, dan zou men zoo lang blijven zitten met één soort, dat al had men het kapitaal er voor, het toch niet de rente zou opbrengen en juist daardoor maken de groote handelshuizen in Durban hunne profijten.
Hollandsche fabrikanten moeten dus trachten bezigheidsbetrekkingen aan te knoopen met handelshuizen aan de kust.
Hoogachtend,
UEd. dw. dr.,
JAC. SPOELSTRA.