Neerlandia. Jaargang 11

Ten Afscheid.

In Juni 1902 aanvaardde de Heer P.J. de Kanter het Secretaris-Penningmeesterschap van het A.N.V., het eerste ter vervanging van tegenwoordig den Algemeenen Voorzitter, het tweede ter vervanging van den eersten Penningmeester van het Verbond, Mr. W. de Ridder, wiens krachtdadige geldelijke steun in de aanvangsjaren bij de geschiedenis van het Verbond altijd met de hoogste waardeering dient te worden vermeld.

Dank zij in niet de minste mate den ijver en de toewijding van den Heer De Kanter, is het Verbond sinds zijn optreden in- en uitwendig veel krachtiger geworden. Man van stiptheid en orde in beheersaangelegenheden, heeft hij vastheid geschonken aan den inwendigen bouw, de geldzaken en de administratie. Dat alles heeft hij zoo geordend tot in de geringste bijzonderheden, dat zijn opvolger slechts de nauwgezetheid en regelmaat behoeft te handhaven, om aan den gezonden voortbloei van het Verbond al zijne krachten te kunnen wijden.

Zijn eerste begrooting diende de Heer De Kanter in tot een bedrag van f 8000, zijn laatste bedroeg f 20.000. Het ledental was 4000, thans nagenoeg 11.000. Zulke cijfers zijn welsprekend en al mag men aannemen dat een dergelijke vooruitgang niet mogelijk zou zijn geweest. indien niet de weg was gebaand, even veilig mag men het aandeel dat de Heer De Kanter in dit alles heeft gehad, als zeer overwegend beschouwen. De Secretaris-Penningmeester is uitteraard de man om wien alles draait; zijn uitgebreide briefwisseling stelt hem in staat nieuwe wegen te ontdekken; zijn woord prikkelt tot verhoogde inspanning voor gemeenschappelijk doel. Een groot aantal vertegenwoordigers van het Verbond, thans 35, zijn nu verspreid over de geheele wereld; zij staan ten dienste van alle Nederlanders die in den verren vreemde betrouwbare raad en daad zoeken, daar waar ons land geen vertegenwoordigers heeft of het verlangde niet tot hun werkkring behoort. De landgenoot die in Barcelona, Boechara, Genua, Havanna, La Guaira,

[p. 154]

Maracaibo, wij noemen slechts enkele als voorbeeld, door de straten loopt, zal plotseling worden getroffen door een rood-wit-blauw bordje, met het opschrift: Vertegenwoordiger van het Alg. Ned. Verbond. En hij zal weten dat daar een man woont, die het zich uit liefde tot zijn land en volk, tot eer en genoegen zal rekenen een zoekend landgenoot naar vermogen te helpen Veel meer dan nu zal langzamerhand het Nederlandsche volk dergelijke eenheid van belangen gaan waardeeren en haar praktijk beoefenen. Zonder kennis van land en volk reizende in vreemde landen, zal de Nederlander uit het moederland uit Vlaanderen, Afrika, waar ook vandaan, voorlichting en steun krijgen bij een, die zeker meer waarborg geeft dan de eerste de beste. Wat af en toe reeds gebeurt, zal meer gebeuren: voor het aanvaarden van de reis of van de verhuizing zal men zich tot het bestuur van het A.N.V. wenden om een aanbevelingsbrief. Die

P.J. de Kanter.

aanvraag zal natuurlijk moeten worden gesteund door verklaringen van goed ter naam en faam bekend staande personen, tenzij de aanvrager persoonlijk voldoende bekend zij. Op deze wijs zal zooveel mogelijk kans op verkeerde praktijken worden tegengegaan. Op een twaalftal plaatsen buiten ons land zal men bovendien Zelfstandige Afdeelingen van ons Verbond, groepen dus van aaneengesloten Nederlanders, kunnen vinden. Dat is De Kanters werk geweest.

Dat door de degelijke voorbereiding der Hoofdbestuursvergaderingen de heer De Kanter zich deed kennen als een voortreffelijk Secretaris, daarvan getuigen de verslagen; in betrekkelijk korten tijd kon steeds veel worden afgedaan. En dat vele was, dank zij ook alweer niet het minst zijn werkzaamheid, voor een groot deel van praktisch belang. Hij heeft het langzaam opgedaagde gunstige oogenblik voor de praktijk van het Verbond, weten te pakken en vast te houden.

Reden te over om bij zijn scheiden, dankende voor alles wat hij heeft gedaan, hem van ganscher harte het tot weerziens toe te roepen. Zijn hart zal niet verkoelen voor het Verbond, dat hij heeft lief gekregen, en allen die geroepen waren om met hem samen te werken, behouden voor hem de grootste sympathie, zoo niet een vriendschap voor het leven. En vele leden, al of niet hem kennende, die thans uit het eerste gelid terugtreedt, zullen het waardeeren, dat ter blijvende gedachtenis zijn portret in dit nummer is geplaatst.