Jong Nederland.
Het is een schitterend denkbeeld geweest, dat toevoegen aan ons Verbond van zoveel jonge Nederlanders. Een hartelik woord van welkom aan de eerste Afdeling, die van Haarlem, die nu al een kleine honderd leden telt, mag hier wel gepaard gaan met een opwekking aan andere plaatsen, om dat voorbeeld te volgen.
De bedoeling bij het stichten is geweest om jongelui van 15-21 jaar te maken tot een soort tirailleurslinie vóór het Groot-Nederlandse leger.
Een korps vol jeugdkracht, vol geestdrift voor onze idealen, vol zucht om aan te pakken, niet wetende haast waarmee te beginnen, maar in 't algemeen geestdriftig.
Ziehier, hoe we ons ‘Jong Nederland’ voorstellen: leerlingen van H.B.S., Gymn., Kweek-, Normaal- en Kostschool, uit de meest verschillende standen van de maatschappij, eendrachtig samenwerkende. O zeker, dat zal maar zó niet gaan: er zijn op die leeftijd al genoeg die er niets voor voelen; er zijn er die er verheven boven staan als jeugdige aristokraatjes boven het plebs; er zijn er die het toch wel een beetje eng vinden om daar zo maar met kwekelingen om te gaan; er zullen zich ook wel eens botsingen voordoen: jeugdige Kwekelingen en H.B. Scholieren die voor jonge meisjes en - dametjes wat al te herrieachtig zijn, vooral omdat zij licht in de meerderheid zijn en hun lawaai daardoor verdubbelt; er zal hier en daar ook een zekere stijfheid heersen tussen de verbonden mogendheden, waar ieder zich van te voren afsloot op eigen terrein en daar in de volheid van z'n macht heerste, de andere schoolmogendheden niet kennende en dus zo vaak minachtende.
Dat wil dus zeggen: ook deze ‘Jong-Nederland’-klubs zullen door de periode van de kinderziekten, waar alle verenigingen aan lijden, heen moeten geholpen worden. Maar - er is geen twijfel aan of het zal wel lukken.
Men went aan elkaar; men is ten slotte toch jong, al heeft men hoge boorden; men voelt toch, al is men in z'n hart toch jong, een straatjongen, die herrie wel leuk vindt, de bekoring van de omgang met meisjes en deze zelf begrijpen dan natuurlik wel, dat het jonge bloed zich eens moet uiten en geen water-en-melk is.
Zo komen de gemoederen tot elkaar en werken in het belang van de grote zaak.
Te Haarlem werd het initiatief genomen door drie besturen van school-verenigingen; Direkteuren, Rektor en Direktrice, ze hadden allen de zaak meegevoeld en voortgeholpen; de voorzitter van de Haarlemse afdeling van ouderen lei in een zaal met 2 à 300 meisjes en jongens van 9 scholen - een aardig opwekkend gezicht zoveel prettige lichte toiletjes, zoveel forse gezichten bijeen te zien - de beginselen van ons Verbond uit en wat men van ‘Jong Nederland’ verwachtte. In de pauze kregen ze papiertjes waar ze desverkiezende hun naam, adres en bedrag op konden invullen en de personen met wie ze samen een leeskringetje voor Neerlandia zouden vormen; bij de uitgang stond een bus, zodat ieder vrij was om al of niet lid te worden. 68 tekenden. Dezelfde besturen riepen toen deze leden en ieder die nog lid wou worden nog eens op; ze kozen een bestuur van drie personen, een leerling van de Kweekschool (voorzitter), een van de Meisjes H.B.S. (sekretaresse) en een Gymnasiast (penningmeester). Met ondergetekende als afgevaardigde van het Groepsbestuur is toen een ontwerp-reglement, van Dordt naar hier gezonden, besproken en vastgesteld. De jongelui hebben dat in een avond-vergadering van een 60 tal leden goedgekeurd. En ziedaar, het schuitje van stapel gelopen. Er zit al aardig gang in; het honderdtal leden is al haast bereikt.
Wat zij kunnen doen? Propaganda-avonden houden, b.v. opgeluisterd door toneelspel en voordracht en met meeneming van gasten; maar ook - en zie daar een gemeenschappelijk belang voor de afdeling van ouderen en die van ‘Jong Nederland’: zij kunnen onze beginselen bij allerlei ouders, ooms en tantes brengen en die overhalen lid te worden. Hoe meer leden de afdelingen van ouderen krijgen, des te meer kunnen zij doen en dan zullen ze altijd op de jongeren als gasten rekenen, dat spreekt. De band tussen beiden is tweeërlei:
1o. | de voorzitter van ‘J.N.’ heeft zitting zonder stemrecht in het Afdelingsbestuur van ouderen en |
2o. | ze delen elkaar wederkerig de genomen besluiten mee, voordat ze worden ten uitvoer gelegd. |
Waarlik, nog eens: we mogen ons Verbond gelukwensen met de nieuwe aanwinst en hopen dat Jong Nederland in 't gehele land zich snel vereent tot bevordering van wat wij willen.
Haarlem.
J.B. SCHEPERS.